Organisatie, opgericht in 1939 door de Stichting Opbouw Drenthe in samenwerking met de Drentse gemeenten.

De eerste actie bestond uit het breien van kleding voor soldaten van de grensbewaking. Na het bombardement op Rotterdam in 1940 werd een actie op touw gezet die tot doel had kinderen uit die stad op verhaal te laten komen in Drenthe. Tussen 1940 en 1942 kwamen ongeveer duizend Rotterdamse kinderen naar deze provincie voor een korte vakantie. De VHV werkte mee aan de organisatie van cursussen van de Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande. Deze stichting organiseerde vanaf 1935 cursussen in vakken als koken en naaien, die vooral bedoeld waren voor vrouwen van kleine boeren, tuinders en arbeiders. In 1942 werd de VHV gestaakt, omdat de Vereniging niet met de bezettende macht wenste samen te werken.

De heroprichting vond plaats in 1945. In samenwerking met de Stichting Opbouw Drenthe werden nieuwe taken opgevat. Veelal acties ten behoeve van armlastige gezinnen en vakanties voor kinderen uit het westen van het land. Vanaf 1947 werd jaarlijks een collecte gehouden, waarvan de gelden werden besteed aan nieuwbouw van kleuterscholen en bijv. de inrichting van de Berkenhof. De collecte werd overgenomen door de opvolger van de VHV, de Drentse Vrouwenraad. Vanaf 1947 was de VHV betrokken bij de concrete invulling van de vakantieweken voor vermoeide huisvrouwen, in eerste instantie in de Volkshogeschool Overcinge, later in de Berkenhof te Zuidlaren. Vanaf het begin van de jaren '50 hielden de plaatselijke comités's zich ook bezig met de organisatie van ontspanningsmiddagen voor bejaarden. In 1975 werd de naam VHV vervangen door Drentse Vrouwenraad.