Begrip

Waternamen

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Ebeling

Term die de namen omvat van alle mogelijke wateren die in een landschap kunnen voorkomen: kleine en grote, stilstaande en stromende, natuurlijke en kunstmatige.

De oudste papieren heeft in Drenthe de Hunze (later ook Oostermoersche Vaart) door een indirecte vermelding in de 9e-eeuwse gebiedsnaam Hunusga (het huidige Hunsingo). Als waternaam verschijnt de Hunze samen met de Drentsche Aa, de Reest en de Sethe (later Seede, nog later Meppelerdiep) voor het eerst in de 12e eeuw op schrift. Zeer oude waterwoorden vormen zonder twijfel of zeer waarschijnlijk de kern van nederzettingsnamen als Elp, Wezup, Diever en Zeegse.

De natuurlijke stromende wateren zijn tegenwoordig vaak tamelijk stereotiep naar nederzettingen genoemd en kunnen in een noordelijke, zuidwestelijke en zuidoostelijke sector worden ingedeeld. Dat betreft niet alleen de oorspronkelijke afwateringsrichting, maar ook het voorkomen van zekere waterwoorden. Zo zijn namen met -diep vooral in het noorden (Rolderdiep) en in mindere mate in het zuidoosten (Drostendiep) te vinden, namen met -stroom vooral in het zuidwesten (Dwingelerstroom) en het zuidoosten (Sleenerstroom), namen met -loop vooral in het noorden (Zeegserloopje), namen met -aa- vooral in het zuidwesten (Vledder Aa), en namen met -leek/-laak nagenoeg alleen in een deel van de zuidwestelijke sector (Altingerleek, Vorrelveenselake). Verder zijn er ook namen met -sloot en -beek (Ruimsloot, Bargerbeek). Niet-samengestelde en binnen Drenthe solitaire namen van natuurlijke waterlopen zijn naast de al genoemde Hunze en Reest o.a. Bitse, Blikken, Delft, Egge, Götte, Gouw(e), Kraak, Riete en Runde.

Grote gegraven waterverbindingen dragen doorgaans namen met -kanaal en -vaart, kleinere veelal de voor oorspronkelijke veengebieden typische met -vaart, -raai, -opgaande en vooral -wijk. De meerderheid van de meestal kleine stilstaande wateren (Dr.: veenties) heeft een naam met -veen. Namen van al dan niet verdwenen wateren zijn soms (tevens) als nederzettingsnamen (zie ook eerder) of straatnamen in gebruik (Zwartemeer, De Groeve, Oostopgaande). 

Literatuur

  • Lit.: M. Schönfeld, Nederlandse waternamen (Amsterdam 1955)
  • D.P. Blok, 'Drentse waternamen', in: P.L.M. Tummers en D.P. Blok, Waternamen in Limburg en Drente (Amsterdam 1968)
  • Coert, Stromen en schutten.