Organisatie
N.V. Electriciteits-Maat-schappij IJsselcentrale
Organisatie type: Elektriciteitsmaatschappij
Elektriciteitsmaatschappij, in 1911 opgericht te Zwolle. Ze verzorgde de opwekking van stroom door middel van de in 1914 opgerichte centrale aan de Weteringkade te Zwolle, die in 1981 werd gesloopt. Sinds 1955 werd in toenemende mate stroom betrokken van de nieuwe centrale Harculo. De N.V. IJsselcentrale verzorgde ook de distributie en leverde onder meer stroom aan zestien voormalige Drentse gemeenten: Beilen, Coevorden, Dalen, Emmen, Havelte, Hoogeveen, Meppel, Nijeveen, Oosterhesselen, Ruinen, Ruinerwold, Schoonebeek, Sleen, Westerbork, De Wijk en Zuidwolde, zij het dat sommige gemeenten slechts gedeeltelijk tot het voorzieningsgebied van de IJsselcentrale behoorden. De concessie hiervoor werd verleend in 1918. In 1930 was in alle hiervoor genoemde gemeenten elektrische energie beschikbaar.
In 1985 werd een akkoord gesloten om de grootschalige productiemiddelen van de IJsselcentrale samen met die van de PGEM (Gelderland) onder te brengen in een nieuwe elektriciteitsproductiemaatschappij, de EPON. In 1986 voegden ook het PEB-Friesland en het EGD (Elektrici-teits-bedrijf voor Groningen en Drenthe) zich hierbij (zie: »Elektriciteitsvoorziening).
In de beginfase zijn in het verzorgingsgebied van de IJsselcentrale een aantal kleine particuliere elektriciteitscentrales actief geweest. Zo stichtte de plaatselijke meelfabrikant Jan Gorter Kzn. in 1911 de eerste turfgestookte centrale te Nieuw-Amsterdam. Behalve aan zijn meelfabriek leverde hij ook stroom aan een ongeveer één kilometer lange rij huizen aan de Verlengde Hoogeveense Vaart. Enkele jaren later kwam de centrale van de fa. Veldkamp, Schuurman en Popping te Erica, bedoeld om de eigen gebouwen bij de Ericase brug van stroom te voorzien. De levering van stroom aan de huizenrij ernaast was slechts bijzaak. In Dalen werd in 1911 de Coöperatieve Vereniging Electrische Centrale 'Dalen w.a.' opgericht, die ruim 48 jaar heeft bestaan. Na het ontsteken van de elektrische straatverlichting trok het bestuur door het dorp en vernietigde alle petroleumlampen met stenen. Tot 1915 betaalden particulieren een vast bedrag per jaar, daarna per kilowattuur. In 1913 werd besloten tot stroomafname van de IJsselcentrale, zodat alleen een distributiebedrijf overbleef. De liquidatie vond plaats in 1960. Ruinerwold kreeg in 1912 een coöperatieve elektriciteitscentrale die in 1918 werd overgenomen door de gemeente Ruinerwold. Vanaf 1928 fungeerde het nog slechts als distributiebedrijf van door de IJsselcentrale geleverde stroom. Vanaf 1958 werd de stroom rechtstreeks aan de afnemers geleverd. Vanwege de schaarste aan brandstoffen tijdens WO I werd de Drentse Landontginnings Maatschappij (Griendtsveen) in 1917 niets in de weg gelegd toen ze in het Amsterdamse Veld stroom ging leveren aan particulieren. Vanaf 1949 fungeerde de DLOM nog slechts als distributiebedrijf. In 1957 werd overgegaan tot rechtstreekse levering door de IJsselcentrale. Sleen kreeg in 1917 een coöperatieve elektriciteitscentrale die in 1929 verder ging als Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf (GEB). Dit fungeerde slechts als distributiebedrijf van door de IJsselcentrale geleverde stroom. Vanaf 1932 werd de stroom rechtstreeks aan de afnemers geleverd. Schoonebeek kreeg in 1918 een coöperatieve elektriciteitscentrale die vanaf 1928 verder ging als distributiebedrijf van door de IJsselcentrale geleverde stroom. Vanaf 1968 werd de stroom rechtstreeks aan de afnemers geleverd. Wachtum kreeg in 1918 een coöperatieve elektriciteitscentrale die vanaf 1930 verder ging als distributiebedrijf van door de IJsselcentrale geleverde stroom. Vanaf 1949 werd de stroom rechtstreeks aan de afnemers geleverd. In Klazienaveen nam de N.V. Veenderij & Turfstrooisel-fabriek Klazienaveen v/h W.A. Scholten in 1918 een centrale in gebruik. Deze diende eigenlijk voor de fabriek, maar er werd gedoogd dat tevens stroom werd geleverd aan nabij gelegen huizen. Dit net bestond aanvankelijk uit ijzerdraad. Koekange kreeg in 1919 een coöperatieve elektriciteitscentrale die in 1925 werd overgenomen door de gemeente De Wijk. Deze ging verder als distributiebedrijf van door de IJsselcentrale geleverde stroom. Vanaf 1933 werd de stroom rechtstreeks aan de afnemers geleverd. In Oosterhesselen werd in 1919 een Coöperatief Elektriciteitsbedrijf opgericht dat in 1930 werd voortgezet als Gemeentelijk elektriciteitsbedrijf (GEB) Oosterhesselen. In 1930 werd de eigen stroomopwekking gestaakt en ging men verder als distributiebedrijf van door de IJsselcentrale geleverde stroom. Vanaf 1957 werd de stroom rechtstreeks aan de afnemers geleverd. In Hoogeveen werd in 1929 een Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf (GEB) opgericht als distributiebedrijf van door de IJsselcentrale geleverde stroom. Vanaf 1989 vindt de distributie plaats via de N.V. »Rendo. Reeds vanaf 1909 hadden particulieren initiatieven ontwikkeld voor eigen opwekking van elektriciteit, zoals de fa. Thomas en Co, het ziekenhuis »Bethesda, de hotels Mulder en Schoonveld en anderen. In Meppel werden het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf en het waterleidingbedrijf in 1936 overgenomen door de gemeentelijke »gasfabriek. [Houtman]
Literatuur
- Lit.: W. Visscher, Rond de Runde (Nieuw-Amsterdam 1997)
- F.J. Fisscher, Stroomopwaarts. De elektriciteitsvoorziening in Overijssel en Zuid-Drenthe tussen circa 1895 en 1986 (Zwolle 1986)
- NDV (1962)
- Ons Ruinerwold (nov. 1988) 12-16
- De Veenmol (1988) nr. 3.