Begrip
Zeijerstrubben
Oorspronkelijk eikenhakhout van 90 ha, als bosstrook gelegen langs de noord- en westrand van de Zeijer-es. Zij dienden vanouds als gebruiksbos voor de buurschap. Men liet er schapen en varkens grazen en haalde er hakhout en brandstof vandaan. In 1646 zijn de strubben verdeeld en voor de helft uitgegeven aan particulieren: het gebruiksrecht werd eigendomsrecht. Sinds 1959 zijn zij als natuurmonument in beheer bij Staatsbosbeheer. De hakhoutexploitatie is al jaren verleden tijd, de doorgegroeide spaartelgen vormen anno 2003 een opgaand eikenbos. Metershoge hulststruiken staan tussen de zomereiken; in een laagte is een berkenbroekbosje ontstaan. In de kruidlaag onder de eiken komt - als enige vindplaats in Nederland - een vitale populatie voor van de Zweedse kornoelje. Een afbeelding ervan staat in het wapen van de voormalige gemeente Vries. In het bos liggen enkele prehistorische grafheuvels.