(Enkhuizen 1785 - Hoorn 1871) Taalkundige.
Studeerde te Franeker en Leiden en werd in 1838 benoemd tot raadsheer van het Gerechtshof van Drenthe. Als liefhebber van de taalkunde observeerde hij de dialectsprekers en noteerde wat hem opviel. Daarvan getuigt zijn 'Drenthsche woorden en spreekwijzen' in het Archief voor Nederlandsche Taalkunde, verz. door A. de Jager (I; 1848). Deze bijdrage verscheen ook als zelfstandige publicatie.