(Hollandscheveld 1912 - Bennekom 1987) Leider van de Boerenpartij.
Deed bestuurlijke ervaring op in de Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Na de oorlog richtte hij met enkele geestverwanten de Landelijke Vereniging voor Bedrijfsvrijheid in de Landbouw op. Zelf werd hij hoofdredacteur van het verenigingsorgaan De vrije boer. De vereniging was fel gekant tegen het nieuw opgerichte Landbouwschap, dat de belangen wilde behartigen van de boeren in land- en tuinbouw.
In 1958 richtte Koekoek, uit onvrede met het beleid van de CHU waarvan hij lid was, een eigen partij op: de Boerenpartij. Landelijke bekendheid kreeg hij in 1963 bij de uithuiszetting van boeren in Hollandscheveld, die de heffing van het Landbouwschap niet wilden betalen (zie: Boerenacties Hollandscheveld). Mede hierdoor kwam zijn partij in de Tweede Kamer en verwierf in 1967 zelfs zeven zetels. Onderlinge twisten leidden tot splitsing in de partij, maar Koekoek bleef tot 1981 in de Kamer.