(Weesp 1884 -Waalre 1966) Graficus, schilder en tekenaar.
Opleiding aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers (1901-1906, o.a. les van J. Visser) en aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten (1904-1909, o.a. les van A. Allebé, C.L. Dake, P. Dupont en N. van der Waay) te Amsterdam. Volgde daarna lessen bij L. Herterich aan de Königlich Bayerische Akademie te München. Kortenhorst werd in 1916 tekenleraar in Warffum. In 1918 werd hij lid van de Groninger Kunstkring De Ploeg en hij nam tot 1923 deel aan diverse tentoonstellingen.
In 1923 verhuisde hij naar Assen, waar hij tot 1952 bleef wonen; hier was hij tekenleraar aan het gymnasium en de Rijks hbs. Vanaf 1931 was hij lid van de provinciale schoonheidscommissie van Drenthe. In 1946 was hij medeoprichter van De Drentse Schilders en nam geregeld deel aan exposities van deze kunstkring. Kortenhorst schilderde, tekende en etste ondermeer landschappen, gebouwen, stillevens en portretten.