Dr.: Rol
1. Voormalige gemeente, zie: Aa en Hunze.
2. Esdorp in de gemeente Aa en Hunze (tot 1998 Rolde), hoofdplaats van de voormalige gemeente; 3743 inwoners (2000) en 1647 woningen (2000). Gelegen ten oosten van Assen, ten zuidwesten van Eext, ten westen van Gieten en Gasselte en ten noordwesten van Borger. Ten westen ervan ligt de Roldermolenkamp (bouwland), ten zuidoosten het nog deels woeste Rolderveld (met twee venen), geflankeerd door het Westersche Veld van Rolde (zuiden; bouwland, grasland en enig bos en woeste grond). Tussen Rolde en Anderen (noordoosten) stroomt als onderdeel van de Drentsche Aa het Rolderdiep. De Rolderrug is een zandrug evenwijdig aan de Hondsrug; erop liggen Peize, Vries, Rolde, Grolloo, Schoonloo en Sleen.
Bronnen vermelden: Rotlo (1232), apud Roetlo, in Rotlo, Roetloe, Roetle (1298-1304), de Roetle, Rolte (1325). Roetlo is eerst in Roelte, later in Rolde veranderd. De betekenis ervan kan zijn: a) roetlo = gerooid bos, b) roetlo = rood bos, waarmee de naam toponymisch strookt met die van dorpen in de omgeving: Grolloo (groen bos), Eleveld (gele veld) en Geelbroek (geel moerasbos).
Bestuurlijke geschiedenis - Het gebied Rolde-Balloo wordt wel gekenmerkt als een machtscentrum. Rolde was eertijds de hoofdplaats van Drenthe en het Rolderdingspil (zie: Dingspil). De imposante toren van de gotische kerk duidt evenals de toren van Sleen (dingspil Zuidenveld) op de betekenis van Rolde als dingspilhoofdplaats. Tot 1688 vergaderde hier de Etstoel, het hoogste rechtscollege van Drenthe.
Kerkgeschiedenis - Op de Synode te Rolde in 1601 werd Drenthe clericaal gesplitst in een Oosterclassis (Noordenveld, Oostermoer, Zuidenveld) en een Westerclassis (Rolder-, Beiler- en Dieverderdingspil en de heerlijkheid Ruinen). Op de Synode te Assen, één jaar later, volgde een driedeling deze tweedeling op; Rolde werd één van de drie classes naast Meppel en Emmen. Onder Rolde vielen Rolde, Beilen, Westerbork, Norg, Roden, Roderwolde, Peize, Eelde, Vries, Zuidlaren en Anloo. Op deze synode werden de naar de nieuwe, hervormde leer overgegane Drentse priesters, waaronder die van Rolde, scherp in de gaten gehouden. Op de Beiler synode (1609) werd aan de driedeling gesleuteld: Gasselte en Gieten kwamen onder Rolde, dat echter in het gunstiger gelegen Vries ging vergaderen. In 1614 en 1616 had Rolde nog geen kerkenraad en was derhalve geen officiële gemeente. In 1629 nam de dominee van Assen de taken van die van Rolde in Assen over. Te Rolde bezaten de eigenerfden het collatierecht. Een bekende Drentse predikant, Johan Picardt, stond vanaf 1643 te Rolde, maar maakte vooral naam in Coevorden. Vanaf 1685 vonden de vergaderingen van Rolde en Emmen niet meer in het Grollerholt of de kerk van Rolde plaats, maar in Assen. In 1852 werd Grolloo na afsplitsing van Rolde een zelfstandige Hervormde Gemeente.
De huidige kerk is waarschijnlijk gebouwd in het eerste kwart van de 15e eeuw en zal in 1427 of 1428 ingewijd zijn. Rond 900 werd hier de eerste van drie houten kerken gesticht, waarvan er één door brand werd verwoest. Zo ongeveer rond 1200 werd de eerste stenen kerk gebouwd, waarbij de tufsteenperiode werd overgeslagen en meteen baksteen werd gebruikt. In 1854 werd bij een grote reparatie het dak verlaagd, de gewelven weggebroken en de steunberen afgehakt, waarna verval intrad. Een ingrijpende restauratie had plaats in de jaren 1961-1964, waarbij o.a. de triomfboog weer werd opgemetseld. Het vroegere Maria-altaar is aangegeven door een Mariakroontje in een klein raam, het vroegere Jacobus-altaar door schelpversieringen in een ander raam. De preekstoel dateert uit 1677 en is vervaardigd door de Groninger beeldhouwer Dirck Jansz. Bijmholt. Uit de zelfde tijd zijn de koperen kroon met dubbele adelaar, de avondmaalstafel, en de houten doopvont. Het Westfaals (Gelders) orgel dateert uit 1820 en is in 1847 door een emeritus predikant aan de gemeente geschonken. P. van Oeckelen en zoon vergrootten het orgel en plaatsten het hier. In de vloer van het koor liggen een fragment van een vermoedelijk vroeg-12e-eeuws sarcofaagdeksel en enkele 17e- en 18e-eeuwse grafzerken. De gebrandschilderde ramen werden in 1964 vervaardigd door glazenier J. Nicolas en zijn een geschenk van de Provincie Drenthe, de rechterlijke macht, het notariaat en de zes dingspillen. De toren was in het verleden niet alleen een baken voor reizigers, zij werd ook gebruikt als richtpunt bij de markescheiding in 1849. Als gevolg van deze torenverkaveling lopen alle percelen in het Westersche Veld en het Oosterveld van Rolde allemaal taps toe, zij het dat door de ruilverkaveling van Rolde inmiddels veel van dat beeld is verdwenen. Het betrokken gebied is in de periode 1920-1940 grotendeels ontgonnen en ten dele bebost.
Economische en sociale geografie - Op de Grote Brink wordt jaarlijks de Roldermarkt gehouden (tweede dinsdag in september). Forensenplaats voor Assen.
Het beekdallandschap van Rolde maakt deel uit van het Nationaal Beekdal- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Ten zuiden van Rolde behoren delen van de uitgestrekte boswachterijen Hooghalen, Grolloo en Schoonloo tot de voormalige gemeente Rolde en de huidige gemeente Aa en Hunze.
Overige bezienswaardigheden: twee hunebedden (D17 en D18) ten oosten van de begraafplaats, een molen (1873), het stationsgebouw in Art Nouveau-vormen, Café Gemeentehuis, voormalige gemeentehuis (1918) met beeld Vreugdesprong of Vreugdedans ('De dansende dame'; Kees Verkade, 1974), oude Saksische boerderijen, museum Het dorp van Bartje (historisch informatiecentrum en streekmuseum met schilderij van de Etstoelzitting, een schooltje, een plaggenhut en vondsten van Tjerk Vermaning), voorts de beelden 'De Boerhoornblazer' (E.H. von Dülmen Krumpelmann, 1985) en 'De Markt' (B. Kiewiet, 1992).
Schimpnamen voor de inwoners: Mot-oren (mot = zeug), Bokkies (weinig beschaafde jongelieden) en Lawaaimakers.