Locatie
Alting
1. Buurtschap in de gemeente Midden-Drenthe (tot 1998 Beilen, tot 2000 Middenveld) ten noordoosten van Beilen met een gelijknamig wegenpatroon tussen de spoorlijn Groningen-Zwolle en de autosnelweg N31 (Drachten-Emmen). In 1372 wordt de nederzetting vermeld als: tot Altynghe, in 1851-55 als Aalling. De betekenis luidt: bij de lieden van Alte (persoonsnaam; ook Alta, Alt, Altat).
2. Naam van verschillende Drentse families. De stamvader van het bekendste geslacht is Menso Alting, »ette van Drenthe (overl. Eelde 1526). Zijn drie zonen Roelof (1516-1586), Egbert (1518-1596) en Johan (1519-1582) zetten het geslacht voort. Tussen 1604 en 1750 waren leden van dit geslacht onafgebroken »schulte van Eelde. Tot deze familie hoorde de predikant Menso »Alting (1541-1621), die aanvankelijk pastoor te Sleen was en later vanuit Emden grote invloed uitoefende op de voortgang van de »Reformatie en de verbreiding van het calvinisme in Drenthe en Groningen. Hij was een belangrijke adviseur van stadhouder »Willem Lodewijk. De overige Altings speelden vooral buiten Drenthe een rol, zoals de stad-Groninger secretaris Egbert Alting (1518-1596) en de burgemeester en amateur-historicus Menso Alting (1636-1712). Willem Arnold Alting (1724-1800), wiens vader in 1768 Vennebroek te Paterswolde kocht, was van 1780 tot 1797 gouverneur-generaal van Nederlands Oost-Indië.
Ook andere, niet-verwante families voeren de naam Alting tot op heden.
Literatuur
- Lit.: [2] Nieuwe Groninger encyclopedie I, 41-43
- G. Alting, Genealogie van de Drents-Groningse familie Alting (Lochem 1998)
- W. Bergsma, Zij preekten voor doven (Assen 2002)
- M.A.W. Gerding e.a., red., 'In alle onwetenschap, bijsterije unde wildicheyt': de Reformatie in Drenthe in de zestiende en zeventiende eeuw (Delft 1998)
- DB 2.