Locatie
Alle rechten voorbehouden

Schoonebeek

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Schaafsma & Kocks
Bron: Gemeente Tynaarlo

Dr.: Sconbuk

1. Voormalige gemeente; maakte vóór 1884 deel uit van de gemeente Dalen en behoort sinds 1998 tot de vergrote gemeente Emmen, zie: Emmen.

2. Dorp in de gemeente Emmen (tot 1884 Dalen, tot 1998 Schoonebeek), hoofdplaats van de voormalige gemeente; 3723 inwoners (2000) en 1497 woningen (2000).

Gelegen ten oosten van Coevorden, ten westen van Nieuw-Schoonebeek, ten zuiden van Emmen en Nieuw-Amsterdam/Veenoord en ten zuidwesten van Klazienaveen, aan de noordoever van het Schoonebekerdiep, tevens de landsgrens met Duitsland. Ten noorden van de weg van Schoonebeek via Nieuw-Schoonebeek naar Duitsland strekt zich het Schoonebekerveld uit.

Bronnen vermelden: van Sconebeke (1341), Schonebeke (1397), Schonebeecke (1429), van Schonebecke en Sconenbeke (1435), van Schonebecke (1453), up Schoenbeeke, to Schonenbeeke en to Schoenenbeek (1538), Oud Schoonebeek (1851-55), Oud-Schoonebeek (1871-1952), Schoonebeek (1952) en Schonebeek (1955). De betekenis van de naam is: schone, heldere (niet met waterplanten dichtgegroeide) beek, i.c. het Schoonebekerdiep.

De bevolking is van oorsprong afkomstig uit Grafschaft Bentheim (Dld.) en Padhuis, Vlieghuis. De plaats is tussen 1250 en 1435 gesticht als veenontginningsdorp (bovenveenkolonie) op vier zandruggen: Westeinde, Kerkeinde, Middendorp en Oosteinde. Hiervan hebben West-, Midden- en Oosteinde hun oorspronkelijk (agrarisch) karakter grotendeels weten te behouden; de uitbreiding van het dorp heeft met name na 1945 plaats gehad in de omgeving van Kerkeinde.

De pastoor van Schoonebeek was in 1598 bereid over te gaan naar de nieuwe, hervormde leer; na een examen werd hij als predikant aanvaard. Schoonebeek werd in 1602 ingedeeld bij de classis Emmen. Het collatierecht berustte bij de eigenaar van Singraven bij Denekamp, maar in 1700 kocht een Van Dongen, heer van de Klencke te Oosterhesselen, dit van de Overijsselse eigenaar. Tegen betaling verruilde hij het voor dat van Oosterhesselen; in Schoonebeek beriep daarna het College van Drenthe.

In Schoonebeek bevonden zich in de eerste decennia van de 19e eeuw veel rooms-katholieken, hetgeen te verklaren is door immigratie uit Munsterland: 286 in de gemeente Dalen, waartoe Schoonebeek destijds behoorde. De katholieke Nicolaaskerk werd ontworpen door Nieman en Steeneken te Assen en op 28 juni 1979 werd ingewijd. Aanvankelijk kerkten de gelovigen in Nieuw Schoonebeek, maar door de komst van NAM-employées, werd een eigen kerk noodzakelijk. In 1951 werd eerst een houten noodkerk gebouwd, toegewijd aan de H. Willibrordus. In 1967 werd Schoonebeek een parochie-vicarie en in 1977 een zelfstandige parochie. Men koos toen voor de H. Nicolaas, de heilige, aan wie voor de Reformatie de kerk van Schoonebeek was gewijd.

Dorp en omgeving zijn in agrarisch opzicht bekend geworden door de zgn. booën met een bijzondere vorm van veehouderij. Naast akkerbouw en veeteelt heeft zich na 1945 rond Schoonebeek mijnbouw (aardoliewinning, aardgaswinning) en industrie ontwikkeld. Schoonebeek heeft daardoor een stormachtige groei doorgemaakt. De aardoliewinning startte in 1943 met ja-knikkers in het Schoonebeekerveld en veranderde de omgeving snel: boorinstallaties, olieverzamelstations, NAM-spoorlijn, een nieuwe woonwijk met 120 huizen voor NAM-personeel. Na de stopzetting van de oliewinning in 1989 bleven enkele ja-knikkers als monument in de gemeente te staan.

Bezienswaardigheden: industrieel monument in de vorm van de voormalige fabrieksgebouwen van de NV Oud-Schoonebeeker Turfstrooiselfabriek en de veenderij A. Veldkamp-Erica. In het complex, gelegen ten noorden van het dorp bij kanaal A, is het Turfcafé gevestigd; het beeld 'Zandstrooister' ter herinnering aan de volkskunst van het strooien van een zandtapijt (O. de Ruyter, 1984); het museum Zwaantje Hans Stokmanshof, een gerestaureerde Saksische boerderij uit de 17e eeuw, verbouwd in 1887. Schimpnaam voor de inwoners: Veenkloeten.