(Borger 1879 - Bussum 1948) Schrijfster.
Dochter van een molenaar te Borger. Werkte als onderwijzeres in Meeden, Valthe en Borger. Trouwde op 1 juli 1905 met Jan Bergmans (1881-1940), die ook werkzaam was in het onderwijs. In 1940 vertrok het echtpaar naar Bussum. Bergmans-Beins was ook politiek actief: in 1919 werd ze voor de Vrijzinnig Democratische Bond - als eerste vrouw - in de Provinciale Staten van Drenthe gekozen. Daarnaast vervulde ze tal van andere maatschappelijke functies. Ze had een grote voorliefde voor de Drentse volkskunde. Ze stelde een spelersgroep samen met wie ze vanaf 1908 opvoeringen van een boerenbruiloft gaf; in de loop der jaren perfectioneerde ze het spel, de kostuums en de teksten.
Bergmans-Beins publiceerde in tal van periodieken gedichten, verhalen en essays over oude Drentse volksgebruiken. Hoewel een veelzijdig schrijfster, schreef zij slechts één roman, getiteld Het bloed kruipt waar 't niet gaan. Een vertelling uit het Drentse boerenleven (1933). In hetzelfde jaar verscheen de bundel Drentsche Legenden. Verzameld en naverteld door J.H. Bergmans-Beins, die in 1945 in een uitgebreide editie werd herdrukt. Ze schreef ook enkele toneelstukken, zoals Moed'r wikt, en 't wicht beschikt. Vroolijk spel oet 't Drens boer'nleev'n. Haar toneelwerk verscheen niet in druk; over de opvoering van haar dramatisch werk is weinig bekend. Ze was lid van Het Drents Genootschap en hielp mee bij het uitschrijven van een prijsvraag voor een Drents volkslied. Ook in het Drentse literaire randgebeuren speelde ze een rol.