(Utrecht 1891 - Assen 1960) Landbouwkundige met grote interesse voor flora en fauna.
Van zijn hand verschenen talloze publicaties over de natuur in Drenthe. Promoveerde cum laude in 1927 op het proefschrift Over verspreiding en periodiciteit van de zoetwaterwieren in Drentsche heideplassen. Hij nam in 1927 het initiatief tot oprichting van een veldlaboratorium dat later zou uitgroeien tot het Biologisch Station te Wijster, waarvan hij vele jaren directeur was. Hij was vanaf de oprichting in 1934 tot 1955 lid van het bestuur van de Stichting Het Drentse Landschap. De verwerving en het beheer van belangrijke natuurgebieden door natuurbeschermingsorganisaties was een speerpunt in zijn activiteiten. Met name Kremboong en het Geusingerveld, de latere Dwingelose heide, zijn vooral dankzij zijn inzet veiliggesteld.