Persoon

Jan Liebe Bouma

Functie: Bestuurder

Geboren: 1889
Gestorven: 1971

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Brood

(Langerak 1889 - Bellville Kaap Z.-A. 1971) Burgemeester van Hoogeveen 1923-1927 en Emmen 1927-1943, Commissaris van Drenthe 1943-1945.

Als burgemeester van Hoogeveen reeds een bekwaam man, die in aanzien stond in Den Haag, actief was, met krachtige wil en veel ideeën. Vanaf 1927 was hij burgemeester van Emmen, populair, onder wie veel tot stand is gekomen. Hij werd echter beperkt door de economische crisis en tegenwerking uit Den Haag. Hij was een leidende figuur in de Anti-Revolutionaire Partij, maar kreeg er moeilijkheden met o.a. minister-president Colijn. Hij werd afgevoerd van de kandidatenlijst van Provinciale Staten van Drenthe en een beloofde promotie naar Ede ging niet door, hetgeen hem zeer griefde.

Zijn karaktereigenschappen (eerzuchtig, autocratisch, gevoel voor eenhoofdige leiding), de teleurstellingen, zijn vele contacten met Duitsers leidden ertoe dat hij in 1940 de Duitse kant koos. Hij wendde zich af van de Gereformeerde Kerk en van AR-vrienden, trad toe tot de NSB, maar bekleedde daar geen functies. Hij bevorderde wel het werk van Winterhulp Nederland en de Nederlandsche Volksdienst. In juni 1943 werd hij Commissaris na het vertrek van R.H. de Vos van Steenwijk. Toen al was hij niet meer overtuigd van de Duitse overwinning. Zelf zei hij daarover na de oorlog: 'Het ambt van Commissaris der Provincie Drenthe heb ik aanvaard, omdat ik verwachtte in deze functie nog in het belang van de Drentse bevolking werkzaam te kunnen zijn; in 1943 kon ik niet meer verwachten dat Duitsland de overwinning zou behalen, zodat mijn motief niet geweest kan zijn dat ik zelf mijn positie wilde verbeteren. Ik had ook geen enkel belang uit Emmen weg te komen, omdat ik me in Emmen volkomen gelukkig gevoelde... Ik verklaar mijn toetreden tot de NSB uit mijn impulsieve karakter, en voeg hieraan toe dat ik reeds vierentwintig uren later dit toetreden betreurde, maar ik heb toen niet op mijn schreden terug willen keeren. Ik heb echter steeds het recht opgeëist op een persoonlijke mening; dit was dan ook de reden dat men me in de NSB haatte.' In het provinciehuis in Assen kwam hij in een hem vijandig milieu.

In 1945 werd hij gearresteerd en geïnterneerd in Westerbork. Zijn straf bleef beperkt, mede door de vele brieven van relaties die een goed woordje voor hem deden. In 1948 werd hij door het Tribunaal te Assen veroordeeld tot drie jaar internering, verbeurdverklaring van vermogen tot een bedrag van f 15.000,-, ontzetting uit het kiesrecht voor tien jaren en uit de bekleding van ambten. Zodoende kwam hij dus vrijwel direct weer op vrije voeten, woonde eerst nog in Emmen, maar verhuisde in 1949 naar Meerkerk. Nadien emigreerde hij naar Zuid-Afrika. [Brood]

Literatuur

  • Lit.: G. Groenhuis, Emmen in bezettingstijd (Emmen 1990).