Het uitlichten en afvoeren van luid- en beiaardklokken uit torens of andere bouwwerken op last van een bezettende macht, in het bijzonder in WO II, deel uitmakend van de metaalverordening waarbij voorwerpen uit koper, tin, nikkel, lood of legeringen daarvan ten dienste van de oorlogsindustrie moesten worden gebruikt.
Reeds vóór 1940 was in verband met de oorlogsdreiging begonnen met het registreren van klokken om een eventuele vordering in zo goed mogelijke banen te leiden. Van de ongeveer tachtig uit Drenthe afgevoerde klokken kwamen er na de oorlog twintig terug.