Stellage van hout, metaal, beton of baksteen waarin één of meer luid- of beiaardklokken kunnen worden opgehangen. De stoel kan inwendig in bijv. een toren of in de openlucht zijn geplaatst. In het laatste geval beschermen fraai vormgegeven daken meestal de klokken tegen ongunstige weersinvloeden.
Klokkenstoelen komen voor in Scandinavië, langs de Oostzeekust en in de noordelijke provincies van Nederland, voornamelijk in Friesland. De met forse veldkeien gefundeerde klokkenstoel van Wapserveen is het enige, nog bij een kerk staande exemplaar in Drenthe. Daarin hangt een door Van Bergen in 1948 gegoten klok. Een tweede klokkenstoel bevindt zich op de begraafplaats van Nijeveen.
Vroeger hebben ook klokkenstoelen gestaan bij de kerken van Gasselte, Gieten, Peize, Koekange, Roderwolde, Roswinkel en Zuidwolde. Volgens Romein werd vóór 1859 een klokkenstoel van zeer eenvoudige vorm aangetroffen in Gasselternijveen. Deze bestond slechts uit een tak aan een eikenboom in de pastorietuin, waaraan een klokje hing.
Geringe financiële middelen, zuinigheid en een slappe ondergrond zijn redenen om bij kerken een klokkenstoel in plaats van een toren te bouwen.