Ook: Lork
Naaldboomgeslacht, fam. Pinaceae, kegeldragers; de lichtgroene, korte naalden staan in kransen op pasgegroeide loten en in naaldbundeltjes op de oudere twijgen.
De lariks verliest in de winter zijn naalden; hij is in Nederland niet inheems, maar een exoot. Het is dan ook bijzonder dat de lariks, die zoveelvuldig in de Drentse bossen voorkomt, uit Japan stamt. Uit een heel klein verspreidingsgebied. Daar wordt het een boom van 30 m hoogte. Van dichterbij is de Europese lariks, een gebergteboom uit centraal Europa, terwijl de Siberische lariks een verspreidingsgebied heeft van Finland tot het oosten van Siberië.
Bij de aanleg van de Drentse bossen op ontgonnen vochtige heidevelden mislukte veel aanplant van grove den. Men zocht naar een andere pionierboomsoort, die bestand was tegen de ruige omstandigheden van wind, regen en vorst op die uitgestrekte ontgonnen heidevelden. De Europese lariks Larix europea deed het aanvankelijk goed, totdat die te gronde werd gericht door larikskanker, een bacteriële woekering. Toen schakelde men met succes over op de Japanse lariks Larix kaempfer. Die gedijt uitstekend op vochtige pozolbodems, die niet al te arm zijn aan voedingstoffen. Hij groeit snel, de aanleg van lariksbos is eenvoudig en lariks kon goed gemengd worden met andere boomsoorten, zoals eik en beuk. Laatstgenoemde combinatie is karakteristiek voor de Drentse bossen.
Drenthe heeft ruim 5000 ha lariksbos. Het meeste lariksbos was anno 2003 tussen de 60 en 80 jaar oud. Larikshout is duurzaam en hard, o.a. geschikt voor vloeren en kozijnen en gevelbetimmeringen. In de Staatsbossen van Grolloo staat al sinds 1988 een kantoor van larikshout. De Gamma verkoopt larikshouten vloerdelen uit de Drentse staatsbossen.