logo Geheugen van Drenthe

Locatiedossiers

Joris Kaitjily

Iedere zomer gingen kinderen bij een Nederlands gezin uit logeren. Dit werd denk ik, door het C.A.Z. (Commissariaat Ambonezenzorg) georganiseerd. Dit was waarschijnlijk bedoeld als een vorm van integratie. Ik was denk ik 10 jaar en woonde in barak 215 in Schattenberg.

Iedere zomer gingen kinderen bij een Nederlands gezin uit logeren. Dit werd denk ik, door het C.A.Z. (Commissariaat Ambonezenzorg) georganiseerd. Dit was waarschijnlijk bedoeld als een vorm van integratie. Ik was denk ik 10 jaar en woonde in barak 215 in Schattenberg.

Mijn ouders hadden me dus opgegeven om 2 weken uit logeren te gaan, bij een Nederlands gezin. Mij vragen of ik het wel wil of leuk vond was er niet bij. Je had het maar te doen. Eerst moesten we ontluisd worden, want we woonden tenslotte in barakken en dat was dan een reden om ons te ontluizen. Zeker overgehouden uit de tijd dat Joden in kamp Westerbork zaten. Ik vond het niet leuk om met een witte luier op het hoofd rond te lopen.

Dan was het tijd om te vertrekken. Mijn moeder ging mijn koffer inpakken. Zo’n bruine koffer. Een Okkie Trooi koffer. Jullie weten het nog wel. Een kinderserie uit die tijd. Mijn moeder prentte me in m’n hoofd om altijd beleefd te zijn tegen de mensen waar ik bij kwam te logeren. Netjes eten met mes en vork. Ook je brood eten met mes en vork. Toen kwam de dag dat we zouden vertrekken. We moesten wachten in volgens mij de bijzaal van de Schouwburg. Daar stond ik dus te wachten met een papiertje met mijn naam opgespeld en mijn Okkie Trooi koffertje. Ik weet niet meer wat voor kleur dat papiertje had. Je naam werd omgeroepen en je stapte in een bus. Je wist niet eens waar je heen ging. Ik kwam aan in een plaats, waarvan ik later pas wist, dat het Emmen was. Ik werd opgehaald door voor mij een totaal vreemd stel, een Nederlands echtpaar. Nu moet je weten dat wij in het kamp alleen onze onderwijzers en onderwijzeressen als Nederlanders kenden. En in de kampwinkel. Af en toe als we naar Assen gingen om kleren te kopen, spraken wij Nederlanders. Maar daarna gingen we gelijk weer terug. Het was voor mij dan ook een “shock” om geconfronteerd te raken met een Nederlands echtpaar.
Maar je weet het, ik liet niet merken, dat ik het totaal niet leuk vond. Zij hadden 1 zoon van mijn leeftijd. Gelukkig paste ik mij snel aan de voor mij totaal onbekende situatie. De vader was volgens mij bus chauffeur of taxi chauffeur. Hij had altijd zo’n uniform aan met een pet.
Ik speelde wel met de zoon in de directe omgeving. Je zag niet veel bomen, vond ik, omdat ik het bos in het kamp gewend was.
Ik miste het kamp heel erg en ook mijn vrienden natuurlijk, maar ik hield me groot. Ik deed gewoon wat ik moest doen binnen dat gezin.

Op een dag was ik met die jongen buiten aan het spelen toen ik opeens bekenden zag. Dat waren ook jongens vanuit het kamp, die ook uit logeren waren bij een Nederlands gezin. Wat was ik blij hen te zien. Vanaf dat moment speelde ik natuurlijk met hen. Ik weet niet meer wat mijn opvanggezin ervan vond, maar het kon me eigenlijk niks schelen. Ik had mijn vrienden weer. Als ik mijn vrienden niet had ontmoet, zou ik het heel moeilijk hebben gehad om het 2 weken lang vol te houden. Voor een kind lijken 2 weken wel een eeuwigheid.
Eindelijk was het tijd om weer naar huis te gaan. Het gezin bracht mij waar ik opgehaald zou worden met de bus. Uiteraard zag ik mijn vrienden weer uit het kamp dus het was dolle pret. Ik weet niet eens meer hoe het afscheid was, maar ik kan me voorstellen, dat het geen emotioneel afscheid was. Ik was allang blij dat ik naar huis kon. Toen ik thuis kwam, was het eerste wat ik tegen mijn ouders zie: ”Nooit meer vakantie bij een Nederlands gezin. Dit was de eerste en laatste keer”. Ik ben dus nooit meer buiten het kamp op vakantie geweest.

Dit is wat mij goed is bijgebleven.
Misschien heeft deze ervaring zoveel indruk op me gemaakt, dat het me nog zo goed bijstaat.

Joris Kaitjily, Barak 84 en barak 215
Alphen aan den Rijn – 28 okt 2020

Alle rechten voorbehouden

Geheugen van Drenthe maakt gebruik van Erfgoednet 3.0 een product van Vitec Memorix