logo Geheugen van Drenthe

Locatiedossiers

Lydie Hahury

Aan het einde van de barakken 83 en 84, verzamelden mijn broer Chris, samen met zijn vrienden en ik kastanjes, eikels en mooie gekleurde herfstbladeren in een laag karretje. Verderop voetbalden een aantal jongens, van rond de 11 jaar oud.

Lydie Hahury
Schattenberg Herfstdag 1961.

Het was een zonnige herfstdag, oktober 1961, in Kamp Schattenberg.

Aan het einde van de barakken 83 en 84, verzamelden mijn broer Chris, samen met zijn vrienden en ik kastanjes, eikels en mooie gekleurde herfstbladeren in een laag karretje. Verderop voetbalden een aantal jongens, van rond de 11 jaar oud. Beide groepen kwamen elkaar bijna halverwege de beide barakken tegen. Ons groepje duwde en trok aan het karretje. Opeens vloog een bal over ons heen en een paar tellen later vloog pela Ais Pattinama ook over ons groepje. Hij hoorde bij die groep voetballende jongens. De gevolgen waren niet in mijn voordeel. Hij viel boven op mij. Ik verloor het bewustzijn en lag half in het gras. Chris en zijn vrienden gingen verder en de groep voetballende jongens reageerden verschrikt en stoven uit elkaar. Één van hen, van Titahena, tilde mij op en bracht mij thuis. Mijn moeder reageerde verschrikt en riep boos naar mijn oudste zus Etty, die met haar vriendinnen aan het spelen was, tussen barak 84 en 85. “Etty, kenapa sing djaga adé Ledy” (Etty, waarom paste je niet op je zusje, Ledie)
Intussen was oom pela Pattinama, de vader van Ais, ook bij ons thuis gekomen. Zij woonden ook in barak 84. “Pela Tien, maaf beta punja anak Ais “ (Tien, het spijt dat dit door Ais is gekomen) , en samen met mijn moeder brachten zij mij naar de kliniek. Ik werd in een wollen deken met rood, wit, groen en zwarte motieven gewikkeld en oom pela Pattinama droeg mij. Dokter de Lima controleerde mij en het bleek dat mijn rechter bovenbeen was gebroken. Even later kwam mijn vader, die net van zijn werk - bij ten Cate in Nijverdal - thuis kwam, naar de kliniek en wenste mij sterkte. Oom pela stopte als troost een rolletje gekleurde Rang snoepjes en een rolletje King in mijn handen.
Mijn moeder zei tegen oom pela, “ Djangan marah Ais, anak2 main bola. Djangan poekoel dia” (Niet boos worden op Ais, ze waren aan het voetballen. Je moet hem niet slaan) Met mijn moeder ging ik in de taxi naar het Wilhelmina ziekenhuis in Assen. Ik kwam op een zaal met 6 kinderen te liggen. Ik sprak geen woord Nederlands en begreep niets van wat er om mij heen gebeurde. Mijn beide rolletjes snoep werden me afgenomen. In een reflex beet ik in de onderarm van de verpleegkundige. Het waren eenzame tijden voor mij in het ziekenhuis. Mijn been werd in tractie gehesen zodat de botten uit elkaar werden getrokken. Ik lag in een spijlen bed en mocht er niet uit. Mijn moeder kwam alleen op woensdag en op zondag op bezoek en probeerde mij op te beuren. De moeder van het Nederlands meisje, die naast mij lag gaf mij een cadeautje, een pop met goudblonde lokken. Het gaf mij enigszins troost. Na een tijd ging het beter met mij en mocht de tractie er af en leerde ik weer lopen. Sinterklaas 1961 heb ik in het ziekenhuis gevierd. Kort daarna werd ik ontslagen en kwam weer thuis.

Mijn broer Chris reageerde lachend, we zullen jou weer Maleis leren. Mijn moeder hield mij thuis en in september 1962 ging ik naar de lagere school, klas 1, bij juf Koelewijn, in barak 25, bij de “ batu kerikil” (grindveld), het exercitieterrein.Lydie Hahury
Amersfoort 23 okt 2020

N.B.: Pela is een verbond tussen twee Molukse dorpen. De dorpsbewoners hebben verplichtingen ten opzichte van elkaar.

Alle rechten voorbehouden

Geheugen van Drenthe maakt gebruik van Erfgoednet 3.0 een product van Vitec Memorix