logo Geheugen van Drenthe

Locatiedossiers

Otis Polnaya

Otis heeft altijd geholpen in het winkeltje van zijn moeder in barak 81. Met de weegschaal wist hij, als kind al, hoe je een halve of een hele kilo moest afwegen of het nou suiker is of sagomeel waar sommige bewoners van kamp Schattenberg altijd om vroegen.

Otis Polnaya (1948)

Otis heeft altijd geholpen in het winkeltje van zijn moeder in barak 81. Met de weegschaal wist hij, als kind al, hoe je een halve of een hele kilo moest afwegen of het nou suiker is of sagomeel waar sommige bewoners van kamp Schattenberg altijd om vroegen. Schattenberg telde talloze adresjes waar je van alles kon kopen, gado-gado, kroepoek, tahoe en allerlei typische gerechten uit het moederland. Er was ook een schoenmaker Riupassa ook in barak 81.

Moeder Johanna (Jo) geboren Souhuwat, is half Javaans (1924-2021) , ze is een ondernemende vrouw die de kleine kruidenierszaak runt. In het winkeltje was van alles te koop.
Vader Frans Polnaya (1919), 'Bantji' genoemd, heeft Otis altijd gekend als een hard werkende man. Bij een boer aardappels rooien of in de fabriek, net als thuis.
Beide ouders komen uit het dorpje Hutumuri op Ambon eiland in de Molukken.

In de nadagen van de koloniale periode van Nederland in Indië, gaat vader het KNIL in en wordt Otis in 1948 geboren, in Ambon. Otis is de tweede uit de familie. In Indonesië is een oudere en een jongere broer overleden. In Nederland worden nog 5 broertjes en 5 zusjes geboren. Het gezin Polnaya telde 13 kinderen.

Dat vader Frans tekende voor het ‘Koninklijk Nederlands Indisch Leger’, het KNIL, was onderdeel van de pogingen van Nederland de kolonie weer in handen te krijgen, na Wereldoorlog 2. Dit mislukte, de Polnaya's konden niet terug naar de Molukken, in verband met de uitroeping van de Republiek der Zuidmolukken, de RMS aldaar. De impasse werd door Nederland doorbroken en er volgende een gedwongen demobilisatie uit het KNIL.

In 1951 vertrokken ruim 12.000 Molukkers met 12 boten naar Nederland. Otis reisde als driejarige mee op de Skaubryn, die van Tandjong Priok vertrok op 14 april 1951 – en kwam op 6 mei 1951 in Rotterdam aan. Via Amersfoort kwamen ze in Schattenberg aan en werden gehuisvest in de kolengestookte Barak 81, met nog 150 andere Molukkers.
De soldij van de vader werd omgezet in een zakgeldregeling van fl 3 (gulden) per week per volwassene en 1,50 per kind. Totaal fl 7,50 voor het gezin per week, de waarde van €24 euro nu.

Otis heeft de ondernemingsgezindheid van zijn moeder meegekregen, ook als ze naar Assen in 1970 verhuisd zijn. Terwijl hij de hele dag letterlijk op de winkel moest passen, moest zijn jongere broer geregeld bij de klanten de achterstallige betalingen ophalen. De meesten kochten op de pof. Nu 50 jaar later, heeft zijn moeder nog steeds dingen, die als onderpand gegeven zijn omdat klanten hun schuld niet konden aflossen. "Sudah", laat maar die mensen zullen het ooit wel terugbetalen", zegt moeder Jo.
Otis was een keer in het ouderlijk huis in Assen, toen de telefoon ging. Het was iemand helemaal uit het zuiden van het land. Of zijn moeder thuis was. Voor Otis was de vrouw en haar familie al zeker 15 jaar uit beeld geraakt. Na hun gesprek vroeg Otis zijn moeder wat er nou aan de hand was. "Mau bajar utang, kembali, Ze wilde haar schuld aflossen".

Geheugen van Drenthe maakt gebruik van Erfgoednet 3.0 een product van Vitec Memorix