Openbaar rijtuig dat de verbinding onderhoudt tussen bepaalde plaatsen.
In 1879 bestond er een paardenomnibusdienst Emmen-Beilen v.v. die geëxploiteerd werd door de Emmer hotelhouder Hendrik Antonius Meyer. Na een onderbreking van april tot augustus 1898 door een mislukt experiment met een motor-tram-omnibusdienst, hervatte hij zijn dienst met gewone rijtuigen en paarden. In de periode dat Meyer zijn motordienst naar Beilen had en deze op een gegeven moment uitviel, sprongen hotelhouder Jager en boer/wethouder Wolting, beiden uit Beilen, onmiddellijk in het ontstane gat en begonnen een dienst met paardentractie op het traject Beilen-Emmen. In 1899 maakten Jager en Wolting plannen om een motorwagendienst te gaan beginnen. Ze lieten bij Jan Brons in Farmsum een spe-ciaal voor hen ontwikkelde wagen bouwen, waarmee ze proef reden. Met dit voertuig, dat bekend werd als 'de koetsewaogen zunder peerden', hadden ze echter zoveel tegenslag dat ze er ten slotte maar helemaal van afzagen.
Er zijn meerdere van dit soort verbindingen geweest, zoals de dagelijkse wagendienst tussen Assen en Veendam die in 1850 startte. Eveneens de in 1885 door de firma Thomas geëxploiteerde omnibusdiensten op de trajecten Coevorden-Hoogeveen en Hoogeveen-Dedemsvaart. Zie ook: Wagendiensten.