Grafheuvel omgeven door een krans van palen. Kenmerkend voor de Midden-Bronstijd van Noordwest-Europa.
Er zijn verschillende typen paalkransen. In Noordoost-Nederland overwegen de enkelvoudige, wijdgestelde paalkransen. Uit Drenthe zijn een kleine honderd exemplaren bekend. Deze zijn uitgezet vóór het opwerpen van de heuvel. De palen staan gemiddeld bijna 2,5 m uit elkaar. Tegenover elkaar staande palen blijken te zijn doorgezicht ten opzichte van een punt naast de grafkuil of de heup van de centraal begravene. Volgens sommigen spelen ook de kardinale windrichtingen daarbij een rol. De palen stonden waarschijnlijk manshoog boven het maaiveld. In een populaire reconstructie zijn ze voorzien van dwarsliggers.
In de tweede plaats komen dichtgestelde, dubbele of drievoudige paalkransen voor. Hiervan zijn er uit Drenthe ruim twintig bekend. Omdat deze palen minder diep in de bodem gaan en dunner zijn, zouden ze lager dan manshoog de heuvel omringd kunnen hebben. Ze lijken te zijn aangelegd in blokken of segmenten waarvan de laatste na het opwerpen van de heuvel de krans sloot. Sporadisch komen in Drenthe enkelvoudige, dichtgestelde paalkransen en kransen van kleine paaltjes of staketsels voor. Dit laatste type alleen in het Hijkerveld en alleen in combinatie met een van de twee eerste typen. Het is dan ook twijfelachtig of de staketselkrans als een zelfstandig paalkranstype moet worden gezien.