Toplocatie
Alle rechten voorbehouden

Orvelte

Het Drentse boerenleven van vroeger in Orvelte

Vroeger zagen alle Drentse dorpen er ongeveer net zo uit als Orvelte. Grote boerderijen met enorme rieten daken met hoge bomen er omheen. De boerderijen staan niet keurig langs de straat, maar lijken lukraak verspreid over het dorp. Grote baanderdeuren geven toegang tot de boerderij. De boer kon vroeger zo met paard en wagen met een vracht rogge of hooi naar binnen rijden. Langs de keienstraatjes staan de schaapskooien. Elke boerderij heeft er één, want iedere boer heeft schapen om aan voldoende mest te komen. Kunstmest bestond toen nog niet. Het lijken beelden uit een voltooid verleden tijd. Niet in Orvelte, daar kun je nog steeds veel van het boerenleven van vroeger met eigen ogen zien.

De geschiedenis van Orvelte begon als die van alle andere middeleeuwse Drentse dorpen met de komst van een aantal boeren die op zoek waren naar een betere plek om te wonen. Hadden ze die gevonden, dan ontgonnen ze een stuk grond en bouwden er een boerderij.

Een paar honderd jaar later duikt zo’n dorp dan voor het eerst op in de oude oorkonden. Voor Orvelte was dat in het jaar 1362 toen de bisschop van Utrecht het bericht kreeg dat Theodericus Rottinge uit ‘Oervelde’ een schenking aan de kerk van Westerbork gedaan had.

Meer nog dan de huidige naam Orvelte verraadt dat oude ‘Oervelde’ iets over het ontstaan van het dorp. Orvelte lag ‘over het veld’ toen boeren uit het oostelijker gelegen Wezup zich aan de overkant van hun heidevelden vestigden. Waarschijnlijk hebben deze boeren al in de tiende eeuw hun geboortedorp verlaten om een eind verderop een nieuw bestaan op te bouwen. In het middeleeuwse Orvelte stonden slechts vijf boerderijen.

De eerste nauwkeurige plattegrond van Orvelte stamt uit het jaar 1832. Nederland kreeg in die tijd zijn Kadaster en alles moest nauwkeurig in kaart worden gebracht. Op dat moment telde Orvelte twaalf boerderijen en zes andere panden waaronder het huisje van de scheper van Orvelte, een eindje buiten het dorp. Acht van die boerderijen uit het begin van de negentiende eeuw staan er nog steeds en ze zijn nog altijd grotendeels in authentieke staat. Dit maakt Orvelte tot een bijzonder dorp.

Dat juist in Orvelte in de twintigste eeuw veel boerderijen aan modernisering en afbraak ontsnapten, heeft een eenvoudige oorzaak. Waren elders in Drenthe de meeste boerderijen eigendom van de boer zelf, in Orvelte stonden relatief veel pachtboerderijen, met andere woorden: een belangrijk deel van de boerderijen in het dorp was eigendom van families elders.

In Drenthe was het gebruik dat je het land pachtte en de boerderij er gratis bij kreeg. Gevolg wast eigenaar en huurder allebei weinig reden hadden om erg veel in het onderhoud van de boerderijen te investeren, hooguit het allernoodzakelijkste. En als je maar lang genoeg niets doet, wordt alles wat heel gewoon is, uiteindelijk heel bijzonder. Je ziet het onderweg in Orvelte als je langs de Dorpsstraat, de Flintenweg, het Melkwegje en de Schoolstraat loopt.

In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw gingen grote delen van Drenthe op de schop. Boerenbedrijven moesten groeien om mee te kunnen. Rijk, provincie en gemeenten deden er alles aan om de landbouw zo goed mogelijk van dienst te zijn. Ruilverkavelingen zorgden ervoor het land efficiënt over steeds minder boeren verdeeld werd. Die eerste ruilverkavelingen walsten over het oude boerenland heen. Ook in Orvelte zou het begin jaren zestig die kant wel op moeten gaan, dachten velen. Het leek slechts een kwestie van tijd...

Onder aanvoering burgemeester Louis Lieve van de toenmalige gemeente Westerbork slaagde een klein gezelschap enthousiastelingen erin om Orvelte voor die fatale ingreep te behoeden. Alle Drentse dorpen veranderden zienderogen om vooral bij te blijven. Het moest toch mogelijk zijn dat éne bijzondere dorp van de ‘voortuitgang’ van de twintigste eeuw redden.

Orvelte werd één van de eerste beschermde dorpsgezichten van Nederland. Vanaf 1968 begon de Stichting Orvelte de belangrijkste oude boerderijen in het dorp aan te kopen. Zo’n twintig monumentale panden zijn in de loop van de tijd eigendom van de stichting geworden. Een aantal van deze gebouwen kwam van elders om open plekken in het dorp weer op te vullen. De oudste van deze ‘nieuwkomers’ is de Bruntingerhof aan de Flintenweg. De enorme boerderij werd in de zeventiende eeuw gebouwd in het dorp Bruntinge, enkele kilometers verderop.

De Stichting Orvelte restaureerde haar boerderijen en gaf ze nieuwe bestemmingen. In 1999 ontfermde Het Drentse Landschap zich over de monumenten toen de stichting in financiële problemen was gekomen.

Elk jaar ontvangt monumentendorp Orvelte vele duizenden bezoekers. Ze slenteren over de keienweggetjes en wandelen over de oude es en over het veld rond het dorp. Ze kijken hun ogen uit. Nergens is het oude Drentse boerenleven zo dichtbij als in Orvelte.