Begrip

Pijpenstrootje

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Lat.: Molinia coerulea, ook: Bente, Bentgras, Bentepollen, Piontetop, Raoi

Karakteristieke en algemene plantensoort van vochtige heidevelden en hoogveen uit de grassenfamilie. Tevens is de soort te vinden in schrale graslanden, zoals blauwgraslanden en heischrale graslanden, in bermen, langs slootkanten en waterlopen. Pijpenstrootje profiteerde van de verhoogde stikstofdepositie gedurende de laatste decennia. Ook kon de soort zich uitbreiden door de ontwatering van veel natuurgebieden, aangezien de soort goed bestand is tegen wisselende waterstanden, in tegenstelling tot andere soorten van het heidelandschap, zoals dopheide en snavelbiezen. Daardoor zijn monotone pijpenstrootjesvelden ontstaan, met een dikke laag onverteerde plantenresten op de bodem. Hierdoor kunnen soorten als Dopheide, Klokjesgentiaan en orchideeën de concurrentie niet meer aan of konden niet opnieuw ontkiemen.

Door het opheffen van de ontwatering, gecombineerd met maaien of plaggen, gevolgd door extensieve begrazing kan Pijpenstrootje teruggedrongen worden tot een meer normale bezettingsgraad binnen zijn biotoop. Tevens krijgen andere soorten van het heidemilieu weer een kans.

Pijpenstrootje werd vroeger gebruikt om Goudse pijpen schoon te maken. Tevens werden stengels gebruikt als isolatiemateriaal onder dakpannen en voor vlechtwerk in bijv. bijenkorven.

Literatuur

  • Lit.: Werkgroep Florakartering Drenthe, Atlas van de Drentse flora (Assen 1999).