Ook: Rijkslandbouwconsulent
Functionaris, vanaf 1890 in elke provincie aangesteld als uitvloeisel van een beginnende overheidspolitiek aangaande de landbouw. In de daarop volgende decennia kregen ze de beschikking over een uitgebreid net van hoofdassistenten en assistenten, verspreid over hun werkgebied.
Naast (algemene) landbouwconsulten werden al gauw ook voor de verschillende deelgebieden in de landbouw dergelijke consulenten aangesteld. Door boeren en tuinders door middel van voordrachten en krantenartikelen vertrouwd te maken met de vele nieuwigheden die in die periode op hen af kwamen, speelden ze een belangrijke rol in het transformatieproces dat de landbouw na 1890 doormaakte. Ze verzorgden daarnaast wintercursussen en gaven onderwijs aan de inmiddels opgerichte landbouwwinterscholen. Aldus hebben ze op moeilijk te overschatten wijze bijgedragen aan de snelle ontwikkeling van de landbouw in die periode en aan de emancipatie van de kleine boeren.
De Rijkslandbouwconsulenten vormden in feite het begin van wat vooral in de jaren '50 van de 20e eeuw uitgroeide tot een omvangrijke en invloedrijke landbouwvoorlichtingsdienst. In Drenthe was het met name de figuur van Jacob Elema (1872-1950), landbouwconsulent in deze provincie van 1895 tot 1937, die in dat opzicht een belangrijke rol speelde en die door middel van zijn vele voordrachten de boeren onder meer vertrouwd trachtte te maken hoe ze met de nieuwe kunstmeststoffen om moesten gaan.