Begrip

Sarcofaag

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

De Olde

Stenen doodkist. De naam is afgeleid van het Griekse sarcophagus = vleesetend. Sarcofagen zijn ook in Nederland gebruikt van het midden van de 11e eeuw tot het begin van de 13e eeuw. Aanvankelijk zijn ze geïmporteerd uit het bontzandsteengebied van het Odenwald. De uit één stuk steen gehakte rode kisten kwamen met hun deksels via Main en Rijn naar ons land. De kisten lopen van het hoofd- naar het voeteneind smaller toe. Van buiten zijn ze min of meer ruw behakt, van binnen evenwel gespitst of gefrijnd en soms van een kruis of kromstaf voorzien. Ook de deksels zijn trapeziumvormig. De oudste deksels zijn vlak en onversierd, later verschijnen geometrische figuren (vooral netwerken van elkaar kruisende banden) en kruisstaven, geplaatst tussen tot kromstaven gestileerde levensbomen.

In de tweede helft van de 12e eeuw liep de import van deze sarcofagen ten einde. Van het begin van de 12e eeuw tot het begin van de 13e eeuw leverden de zandsteengroeven rondom Bentheim eveneens grafplaten en een enkele sarcofaag. Zij kwamen, evenals de doopvonten uit hetzelfde gebied, via de Vecht. Ze zijn geel tot geelrood van kleur, gewoonlijk smaller en langer dan de bontzandstenen exemplaren en lichtelijk gewelfd. Veelal zijn ze versierd met op een halfronde 'berg' staande kruisen van het type processiekruis of het type Keulenkreuz (verwant aan het Keltische kruis, met vier cirkelvormige uitsparingen in de hoeken). Ook spiraalvormige versieringen komen veelvuldig voor. Bijzonder zijn de beelddeksels, met de gestileerde weergave van een persoon in biddende houding, d.w.z. met voor de borst geheven handen. Boven deze persoon zien we enkele malen de afbeelding van twee engelen die de ziel van de zich tussen hen in bevindende mens ten hemel voeren.

Gezien de kosten van een sarcofaag konden alleen welgestelden zich er een veroorloven. Wel werd de kist meestal verschillende malen gebruikt: niet zelden zijn schedels en andere skeletresten van diverse personen in één kist aangetroffen. In Drenthe zijn sarcofaagdeksels bewaard gebleven in Anloo (in de noordgevel is een beelddeksel ingemetseld, dat in romantische fantasieën wel eens voor een afbeelding van Willehad of Theodgrim is gehouden; in de kerkvloer een deksel dat tot de restauratie als latei boven een ingangspartij diende), in Diever, Gasselte, Kolderveen en Rolde. In kerk en klokkengieterijmuseum van Vries bevinden zich twee sarcofagen en vijf grafdeksels (waarvan één als latei). Ook het »Drents Museum herbergt een kist en een dekselfragment, beide afkomstig uit Eelde. Menig sarcofaagdeksel is naderhand gebruikt als bouwmateriaal en vooral als altaar-tafel (Diever, Gasselte, Kolderveen). Ook her-gebruik als grafsteen in latere eeuwen komt voor. [De Olde]

Literatuur

  • Lit.: H. Haiduck, 'Importierte Sarkophage und Sarkophagdeckel des 11.und 12. Jahrhunderts im Küstengebiet zwischen Weser und Ems', Jahrbuch der Gesellschaft für bildende Kunst und vaterländische Altertümer zu Emden 65 (1985)
  • H. Martin, Vroeg-middeleeuwse zandstenen sarcophagen in Friesland en elders in Nederland (Drachten 1957)
  • C. Waslander, Dekselse graven. Noordnederlandse grafsculptuur in de elfde en twaalfde eeuw (Meppel 1991).