Ook: Schuldmudde
Belasting op het gebruiksrecht van de woeste gronden. In Drenthe waren deze met de schenking van het foreestrecht door koning Otto I in 944 aan de bisschop van Utrecht gekomen. De Drenten, die vanouds het gebruik hadden, betaalden de bisschop sindsdien de schultmolt, die op het waardeel werd geheven en aanvankelijk één mud rogge per belastingplichtige bedroeg. Later werd het verschuldigde bedrag op de geldende graanprijs gebaseerd. De schultmoltplichtige boerderijen werden soltsteden genoemd. Sinds de splitsing van waardelen werden de gewaardeelden voor de schultmolt aangeslagen.