Vroegneolithische cultuur van jagers, vissers en verzamelaars die daarnaast ook aardewerk, akkerbouw en veeteelt kennen (ca. 4900-3350 v. Chr.).
Genoemd naar opgravingen van bewoningsresten en graven op verdronken kreekoevers en rivierduinen in het dal van de (voortzetting van) de Overijsselse Vecht nabij Swifterbant in Oostelijk Flevoland. De cultuur komt ook voor in Zuidelijk Flevoland, op donken in Zuid-Holland en in Noordwest-Duitsland tot aan de Elbe. Enkele verspreide vondsten in Drenthe van aardewerk in natte omgeving (Bronneger, Weerdinge, De Gaste bij Meppel) behoren tot deze cultuur. Voorts rekent men daartoe verspreide vondsten van bepaalde typen doorboorde stenen hamers (o.a. 'hohe durchlochte Schuhleistenkeile'), geweibijlen, en enkele gedateerde hoorns van runderen en oerossen. In Bronneger werden samen met het aardewerk twee complete hertengeweien gevonden. Ook uit het veen bij Weerdinge komt een groot vroegneolithisch hertengewei.