Beroemde houten veenweg door het Bourtangerveen.
In 1818 door J.W. Karsten, 'Hoofd-Ingenieur bij den Waterstaat en der Publieke Werken', opgespoord, in kaart gebracht en beschreven ('Verslag wegens het oude planken voetpad tusschen Ter-Apel en Valthe', Algemeene Konst- en Letter-Bode voor 1819, 136-142 en 150-160). Zou de Hondsrug met Westerwolde verbonden hebben en wel op de lijn Valthe-Ter Apel. Het wegdek bestond uit planken, hier en daar ook uit stammetjes. Bracht direct na de ontdekking al een landelijke discussie over de ouderdom en betekenis op gang.
Na Karsten is de weg nog diverse malen blootgelegd, onder meer door L.J.F. Janssen (1848), D.H. en P.S. van der Scheer (1854-1855) en G.J. Landweer (1891-1892). In 1958 reconstrueerde W. van Zeist het verloop van de weg. Hij was van mening dat de weg die Van Giffen in 1936 opgroef in de Smeulbranden de 'noordtak' van de Valtherbrug vormde. Nieuw onderzoek heeft uitgewezen dat het hier om een veel oudere weg gaat. De Valtherbrug dateert uit de Romeinse tijd, de weg door de Smeulbranden is rond 3300 v.Chr., door boeren van de Trechterbekercultuur, aangelegd.