Ook: Runderpest
Virusziekte die werd gekenmerkt door hoge koorts en zweren op de slijmvliezen van bek, slokdarm, magen en darmen van runderen. De besmetting vond meestal plaats door rechtstreeks contact van gezonde met zieke dieren, maar kon ook door vers vlees, verse huiden en verse mest worden overgebracht. Hier te lande trachtten de overheden een verbreiding tegen te gaan door het aan banden leggen van de handel en het transport van runderen.
De veepest kwam in de 18e eeuw in drie golven over ons land (van 1713 tot 1720, van 1744 tot 1765 en van 1768 tot 1786) en heeft aan vele tienduizenden runderen het leven gekost. Door de geringere veedichtheden in een gewest als Drenthe was het aantal slachtoffers hier gewoonlijk geringer dan in de echte weidegebieden. Bestrijding was pas mogelijk toen men vanaf 1777 met enig succes begon met inenten. Maar de enige effectieve van bestrijding was lange tijd het onmiddellijk afslachten van zieke en/of verdachte dieren, een methode die echter in ons land pas in de jaren 1865/67 voor het eerst werd toegepast tijdens een toen heersende epidemie. Zie ook: Veefonds.
Lit.: J.A. Faber, 'Cattle-plague in the Netherlands during the eighteenth century', Mededelingen van de Landbouwhogeschool te Wageningen 62 (1962) 67-74; Bieleman, Boeren Drentse zand; J.W. Buisman, Tussen vroomheid en verlichting. Een cultuurhistorisch en -sociologisch onderzoek naar enkele aspecten van de Verlichting in Nederland (1755-1810). 2 dln. (Zwolle 1992).