Europees verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed. Tot stand gekomen in 1992 in Valletta.
Het Verdrag heeft tot doel het archeologisch erfgoed als bron van het Europese gemeenschappelijke geheugen en als middel voor geschiedkundige en wetenschappelijke studie te beschermen. Momenteel wordt een wet voorbereid waarbij de uitgangspunten van het verdrag worden vertaald in de Nederlandse regelgeving. Het verdrag beoogt de archeologie een vaste positie te geven bij afwegingen in het kader van ruimtelijke ordening, in een zo vroeg mogelijk stadium. Het behoud van archeo-logische waarden staat daarbij voorop.
Belangrijk is de introductie van het veroorzakersprincipe. Bij projecten die het bodemarchief kunnen verstoren horen de kosten voor de archeologische monumentenzorg te worden meegenomen ('de verstoorder betaalt'). In het archeologisch rijk bedeelde Drenthe wordt - vooruitlopend op de wet - door de betrokken partijen al 'in de geest van Malta' gehandeld.