Een stelsel van maatregelen in het kader van natuurbeheer om in onnatuurlijk verrijkte bodems de oorspronkelijke voedingstoestand terug te brengen.
De van origine voedselarme Drentse zandgronden zijn door agrarische intensivering met onder meer bemesting en ontwatering, maar ook door voedselrijkere, zure neerslag voedselrijk geworden. Als gevolg hiervan zijn vele voor voedselarme situaties specifieke levensgemeenschappen verloren gegaan. De bedoelde maatregelen bestaan uit begrazing, maaien en afvoeren van de begroeiing en het afgraven of afplaggen van de bovenste bodemlaag.