Dr.: Vreeis
1. Voormalige gemeente, zie: Tynaarlo.
2. Esdorp in de gemeente Tynaarlo (tot 1998 Vries, tot 1 december 1999 Zuidlaren); 4397 inwoners (2000) en 1614 woningen (2000). Gelegen tussen Eelde-Paterswolde (noorden), Norg (westen) en Zuidlaren (oosten).
Bronnen vermelden: Vrees en Vrese (1139), in Vrees (1301), de Vrees (1310), van Vreyske (1311), de Vres (1315), de Vrees (1320), de Vriis (1332), de Vrees (1335), in Vrees (1356), to Vries (1382), to Vrees (1404). De plaatsnaam is afgeleid van de persoonsnaam Friese, Friso, Frisa, Freaso, Friaso, Frieso.
In de 9e eeuw was Vries de oerparochie van Noordenveld. Omstreeks 775 stond op de plaats van de huidige kerk reeds een houten kapel. Deze kerk was oorspronkelijk een eigenkerk van Ricfrid, maar is in 820 in het bezit gekomen van het klooster te Werden, dat in dit gebied, in Arlon, bezittingen had. Dit klooster stootte later de Drentse bezittingen af. In de 15e eeuw namen die van het klooster van Assen hier juist toe. In 1139 blijkt de parochie van Vries duidelijk opgesplitst te zijn: er is dan sprake van dochterkerken: Eelde, Norg, Roden en Roderwolde. Deze betaalden samen evenveel aan de bisschop van Utrecht als de moederkerk alleen. Het klooster van de Duitse Orde te Bunne benoemde te Vries en te Eelde de pastoor.
Op de synode van Rolde in 1601 werd Vries ingedeeld in de Oosterclassis, op die van Assen in 1602 in de classis Rolde. De eigenaar van het goed van de voormalige commanderij van de Duitse Orde te Bunne bezat het collatierecht voor Vries; in 1766 werd dit gekocht door zes inwoners van het dorp.
De hervormde kerk dateert uit de 11e eeuw en is daarmee een van de oudste in Drenthe. Zij is de opvolgster van twee houten kerkjes (de eerste reeds uit ca. 775) en een preromaans tufstenen kerkje (9e eeuw). De toren heeft een tufstenen onder- en een bakstenen bovenbouw. De kerk heeft uit een éénbeukig romaans schip met dikke muren (1,20 m) en rondboogvensters en een hoog, driezijdig gesloten gotisch koor uit 1425, dat de romaanse absis heeft vervangen. De fraai gedetailleerde, vierkante romaanse toren stamt uit de tweede helft van de 12e eeuw en draagt een pyramidedak; de toren werd in 1954 gerestaureerd. Uit de voorreformatorische periode dateren een 12e-eeuws wijdingskruis op de noordwand en een muurschildering uit de 16e eeuw. Het interieur omvat verder o.a. een romaans doopvont (begin 13e eeuw), een eikenhouten preekstoel, avondmaalstafel en collatorenbank (beide medio 17e eeuw), een eikenhouten herenbank in rococostijl (1762) ter nagedachtenis aan Joan van Gijbelandt van Wassenaar en door zijn weduwe aan de kerk geschonken, nog twee herenbanken (18e eeuw) en orgel (1885), vervaardigd door P. van Oeckelen. Bij een restauratie aan de kerk werd in de bodem vóór de kerk een restant gevonden van de vorm, waarin in 1516 de luidklok ter plekke was gegoten. Dit restant, uitgewerkt tot een opengewerkt model van een gietvorm, is opgesteld in de kelderruimte van de consistoriekamer (1946). Hier bevinden zich ook twee 12e resp. 13e-eeuwse sarcofagen, een Romeins zuiltje met dobbelsteenkapiteel en enkele oude dakpannen, zgn. 'patertjes' en 'nonnetjes'. Het geheel heet Kerkmuseum De Klokkengieterij. In 1867 kreeg het dorp een gereformeerde kerk.
De ligging op de Rolderrug aan de weg Groningen - Assen heeft de ontwikkelingsgang van het dorp bepaald. In de 17e eeuw maakte de Oude Rijksweg (samen met Groningerstraat en Asserstraat) deel uit van de postwagenroute Groningen - Amsterdam. In 1825 kwam de verharde weg Assen - Vries - De Punt tot stand. De doortrekking naar Meppel stagneerde door geldgebrek van de regering en werd pas in 1839 afgerond. Daarna stimuleerden het Noord-Willemskanaal (1861) en de spoorlijn Groningen-Zwolle (1870) de groei van het dorp. Na WO II werd de gemeente Vries een forensengemeente voor Groningen en Assen.
Het centrum rond de Brink is sinds 1970 beschermd dorpsgezicht, met o.a. de hervormde kerk, Saksische boerderijen, lindenbomen, klinkerweg en de cafés Onder de linden en Het wapen van Leiden. De uitbreiding van het dorp heeft vooral aan de zuidkant plaatsgevonden. Stimulans voor Vries in de tweede helft van de 20e eeuw waren de aanleg van de rijksweg A28 met op- en afritten tussen de Vriezerbrug en Tynaarlo en het industrieterrein tussen de brug en deze autosnelweg.
Overige bezienswaardigheden: achtkante molen (1837), oude boerderijen aan de Oude Rijksweg en Schultenhof (19e-20e eeuw), voormalige school (1915), pastorie (1923), vml. en tijdelijk gemeentehuis (J. Bedeaux, 1963), verder in de omgeving Huize Bosch en Vaart (1881) van de Oost-Indische tabakhandelaar Van Innen met herenhuis, oranjerie, stookhok, koetshuis en tuinkoepeltje aan de oprijlaan, Huize Rustica, een baanwerkershuis langs de spoorbaan, een transformatorhuis (1920). Natuurschoon: de Holten (westen) met de veenplas Holtveen, houtwallen en Heidenheim (zuiden), een vml. heidegebied met struiken, loofbossen, Boerveen en Achterste Veen, na de gemeentelijke herindeling van 1998 bij de gemeente Assen gevoegd.
Schimpnaam voor de inwoners: Eendekukens. [Schaafsma]