Openbaar vervoer over land, vond tot het begin van de 20e eeuw in Drenthe plaats met paard en wagen.
Talloze postkoetsdiensten, diligencediensten en vrachtwagendiensten onderhielden op vaste tijden en op vaste routes (postwegen) de verbinding tussen de dorpen in Drenthe. Tot het begin van de 19e eeuw waren de wegen in Drenthe onverhard en bij slecht weer vaak onbegaanbaar. Een reis van Groningen naar Zwolle duurde toen vaak twee volle dagen. In de 17e en 18e eeuw was het wagen- en diligencevervoer geheel in handen van voerlieden uit Groningen en Zwolle.
De oudste route van Groningen naar Zwolle liep over De Punt, Vries en Assen naar Beilen waar een wisselplaats was. Daar nam een wagen uit Zwolle de goederen en passagiers over en vervolgde de route over Pesse, De Wijk en Lichtmis naar Zwolle.
Na het gereedkomen van de Drentsche Hoofdvaart, in 1780, werd de weg die langs de vaart naar Smilde en Meppel liep een steeds belangrijker route. In 1809 werd de Paardenpost opgericht en werd er een regelmatige postdienst van Groningen via Assen en Meppel op Zwolle onderhouden. In 1822 besloot het rijk deze weg te verharden en in 1839 was het traject langs de vaart van Assen naar Meppel verhard. Hierdoor kon de reistijd sterk worden bekort. Met de in 1830 opgerichte nieuwe efficiënt opgezette diligencedienst van Bouricius van Groningen naar Zwolle duurde de reis toen tien uur.
Enkele wagendiensten in Drenthe rond 1837 waren bijv. de diligencedienst van C.H. Andrea uit Assen die elke dag tussen Assen en Groningen reed en aansloot op de trekschuit naar Meppel, en de diligencedienst van G.H. Woltersom uit Coevorden die de verbinding tussen Coevorden en Groningen verzorgde. De belangrijkste wagendiensten in Drenthe rond 1837 waren de landelijk opererende diligence en postwagendienst van Bouricius en de postwagen-onderneming Concordia die een verspreide directiestructuur kenden. Concordia had bijv. in Assen W. Hofsink als directeur en in Meppel de heer Cramer. In de jaren daarna kwamen er verschillende wagendiensten bij zoals de postwagenonderneming tussen Meppel en Zwartsluis van Massier of de diligence-onderneming van Assen op Veendam van H.R. Roelfsema.
Veel wagendiensten kwamen voort uit bestaande trekschuitondernemingen (trekschuitdiensten). Zo reed de diligencedienst van Egbert Beijer in 1864 van Groningen op Assen waarbij aangesloten werd op zijn stoom-boten die van Assen op Zwolle voeren (zie Drentsche en Overijsselsche Schroefstoombootdienst). Deze hele reis van Groningen naar Zwolle koste f 3,10. De vertrek- en halteplaatsen van de meeste wagendiensten bevonden zich bij de plaatselijke logementen.
Toen in 1870 de treinverbinding tussen Meppel en Groningen tot stand kwam nam het aantal doorgaande wagendiensten op dit traject af. Het aantal wagendiensten tussen dorpen die niet aan het spoor lagen nam wel toe. Zo exploiteerde Roelof de Wit uit Diever rond 1888 een vrachtwagendienst tussen Diever en Steenwijk en in datzelfde jaar reed ook Geert Broekman met zijn wagendienst tussen Eelde en Groningen. Een grotere Drentse vervoersonderneming aan het einde van de 19e eeuw was de Oostermoersche en Zuidenveldsche Omnibusdienst, later de N.V. Oostermoersche Omnibusmaatschappij waarvan H. Bakker Jbzn. uit Gasselternijveen directeur was. Vier keer per week reed deze maatschappij met een omnibus, een grotere wagen waarmee ca. twintig personen vervoerd konden worden, voor een tarief van f 1,25 van Stadskanaal naar Assen.
De ondernemer met de meeste wagendiensten was Jurrien Thomas Jzn. (Thomas & Co.). Deze openbaar vervoersondernemer uit Hoogeveen begon in 1861 met zijn eerste wagendienst van Hoogeveen op Meppel en breidde zijn onderneming daarna uit tot minstens negen wagendiensten aan het eind van de 19e eeuw. Rond 1900 was de opmars van de stoomtram (tramwegen) en de trein (spoorwegen) echter niet meer te stuiten en verdwenen de meeste wagendiensten. Ze werden opgevolgd door modernere vervoersondernemingen als de Eerste Drentsche Stoomtramwegmaatschappij, de Drentsche Autobus Onderneming (autobusdiensten) en door talloze gemotoriseerde transportbedrijven. [Kerkmeijer]