Dr: Zuudwolde -
1. Voormalige gemeente, zie De Wolden.
2. Esdorp in de gemeente De Wolden (tot 1998 Zuidwolde), hoofdplaats van de voormalige gemeente; 5423 inwoners (2000) en 2211 woningen (2000).
Gelegen tussen Hoogeveen (noorden), Meppel (westen), Dedemsvaart (Ov.; zuiden) en Coevorden (oosten). Ten noorden ervan loopt de Zuidwolderwaterlossing van de Hoogeveensche Vaart naar Zuideropgaande en Hollandscheveld.
Bronnen vermelden: Suthwalda (1275), in Sudwold (1316), van Zuutwolde (1352), Kerkenbos (1811-13), Zuidwolde è;n Kerkenbosch (1851-1868) en Kerkenbosch (1900-11). De betekenis van de plaatsnamen is: zuidwoud resp. bos van de kerk. Aan Kerkenbosch herinnert in Zuidwolde de Kerkenboschweg.
Zuidwolde past in de rij Gaasterland, Woldberg en Bisschopsberg: opgestuwde ruggen in de voorlaatste ijstijd, de Saale-ijstijd.. De terugtrekkende gletsjers lieten grondmorene achter in de vorm van een laag keileem van wisselende dikte met daarop smeltwaterafzettingen. De Rug van Zuidwolde ligt 16 m + NAP. Over deze rug liep een oude verbindingsweg via de Ommerschans naar het Vechtdal. In de Middeleeuwen ontstond op deze plek de nederzetting Zuidwolde, te midden van uitgestrekte moerasgebieden en op kleinere zandkoppen eromheen esgehuchten. Verandering geschiedde door de grootschalige verveningen vanaf de 17e eeuw op initiatief van de familie Van Echten. Hierdoor ontstonden nieuwe buurtschappen, met name na 1850 (zie: Zuidwolder Compagnie).
In 1625 kocht jhr. Roelof van Echten in het kerspel Zuidwolde grote stukken veen te Ten Arlo en Steenbergen (zie: Compagnie van 5000 Morgen, Hoogeveense venen). Als zodanig speelde Zuidwolde een rol in het bestuur over Hoogeveen. Echtens Hoogeveen viel onder het heerlijke gezag van het geslacht Van Echten (zie: Heerlijkheid), de rest onder Zuidwolde.
De acht volmachten werden gelijkelijk verdeeld. In Hoogeveen functioneerden twee schulten: die van Echten, benoemd door de heer van Echten in Echtens Hoogeveen en die van Zuidwolde, benoemd door de drost, in de rest van het grondgebied. Zuidwolde hoorde eertijds bij het Beilerdingspil, hoewel het dorp en omgeving landschappelijk veel beter bij het Dieverderdingspil aansloten; het geheel heette Westenveld.
In o.a. Zuidwolde had de heer van Ruinen leengoederen en tienden in leen van de bisschop van Utrecht. Het collatierecht berustte bij het Huis te Echten. In 1601 werd Zuidwolde tijdens de synode van Rolde ingedeeld bij de Westerclassis, een jaar later tijdens die te Assen bij de classis Meppel. De hervormde kerk (1823) is een zaalkerk met dakruiter, in 1856 deels afgebroken en aan de westzijde met twee zijvleugels vergroot. Het interieur omvat een preekstoel uit 1823, twee smeedijzeren 17e-eeuwse doopbekkenhouders en een orgel van J. Doornbos, een geschenk van het echtpaar Brouwer in 1902. In 1834-35 kreeg Zuidwolde een eigen Gereformeerde Gemeente, later, na het samengaan van de Afgescheidenen en de Dolerenden, een Christelijke Gereformeerde Kerk. De plaats was in 1944 tevens een kern van de Gereformeerde Kerken in Nederland (Vrijgemaakt).
In de periode1870-1940 nam Zuidwolde de zesde plaats in voor wat betreft de fokkerij van 6-weekse biggen, na Diever, Ruinen, Dwingeloo, Ruinerwolde en De Wijk; Meppel was de marktplaats.
Vanaf 1850 dijde de plaats uit tot een esdorp met een lang bebouwingslint aan weerszijden van de Hoofdstraat. Steenbergen (noorden) groeide min of meer vast aan de noordkant, terwijl de scheiding met Schottershuizen thans alleen nog in stand wordt gehouden door bos en twee recreatieparken: Ekelenberg en 't Heuveltje. Na WO II vond de uitbreiding vooral plaats aan de west- en oostzijde.
Naast de kerk zijn er de volgende bezienswaardigheden: molen 'Op Hoop van Zegen' (1909), Coöpera-tieve Zuivelfabriek 'Eendracht' met directeurswoning uit het Interbellum, museumboerderij De Wemme met zwerfkeienproject (H. Veurink, 1990), oudheidkamer, nationale verzameling handkarren, Drentse heemtuin, verzamelingen beelden, stenen en mineralen en tingieterij Tin-Art; herbouwd na een brand in 2000, Saksische galerie-boerderij New Greenwich Village met beeldende kunst, muziek- en poëzievoorstellingen, een aantal andere boerderijen, aan de Hoogeveenseweg (18e en 19e eeuw).
De omgeving van het dorp wordt gekenmerkt door veel bos en natuurreservaten, waaronder met heiderestanten; de bekendste bossen zijn Klein-Zwitserland (deel van het Steenberger Oosterveld), De Slagen, Het Zwarte Gat en Falieberg.
Schimpnaam voor de inwoners: Bolkalver (schreeuwers).