Organisatie, ontleend haar naam aan het op 25 juni 1945 door ds. Harm van Lunzen in Odoorn en ds. Joh. P. van Mullem gestichte blad Zwingli om de 'denaturering en uitholling van het Vrijzinnig Christendom' tegen te gaan. Pas in februari 1946 verscheen het eerste nummer. Tot 1950 werd zonder succes gestreden tegen de nieuwe kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk, die op 1 mei 1951 van kracht werd. Op 28 september 1948 werd in Amersfoort de Zwinglibond opgericht. Blad en bond probeerden onder aanvoering van ds. Van Lunzen de vrijzinnige zaak te dienen door zoveel mogelijk verzet aan te tekenen tegen de hervormde kerkpolitiek van gemeente-opbouw. Later zette men zich zonder succes ook in voor het behoud van de V.P.R.O. De naam Zwingli was gekozen omdat hij de meest moderne was van de reformatoren. Het blad noemt zich Principieel-vrijzinnig en Unitarisch Maandblad. In de Zwinglibond komen drie richtingen samen: de religieus-humanistische, de unitarische en de gnostisch-wijsgerige. De voormannen Van Lunzen en Van Mullem werden binnen de Nederlandse Hervormde Kerk tot een soort outcasts verklaard, strijdlustige lieden die niet van deze tijd waren. In 1960 trad ds. Van Lunzen terug als voorzitter. Dominee Antonie J. Roodzant, ook in Odoorn, volgde hem op in deze functie. In 1985 kreeg de Zwinglibond, vooral dank zij ds. Roodzant, een bijzondere leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1986 werd S. Krikke tot hoogleraar benoemd, die in 1992 werd opgevolgd door de Remonstrantse predikant en kerkhistoricus E.H. Cosse. Het aantal leden van de Zwinglibond daalde tot 'nog amper 1000' in 1973 en nog maar enkele honderden in 2003. Na het overlijden van ds. Roodzant in 1991 werd ds. Frans J. Brinkman, ook in Odoorn, voorzitter. In 2009 werd hij opgevolgd door Mevrouw Dr. B.S. (Dieneke) Hempenius.
Begrip
Zwinglibond
Literatuur
- Lit.: R.M. Nepveu, Vijftig jaar Zwinglibond, 1948-1998 (z.p. z.j. [1999]).