Grafheuvel, opgeworpen over de restanten van een brandstapel en de gecremeerde menselijke resten, in gebruik tijdens de Midden- en Late IJzertijd.
Bijgaven zijn schaars en bestaan soms uit enkele verbrande scherven en gesmolten brons van voorwerpen die op de brandstapel hebben gelegen. Bijzonder zijn oorsieraden, zogeheten Segelohrringe (o.a. uit Oudemolen), en ijzeren sleutels (Havelterberg). Brandheuvels liggen vaak in grote groepen bijeen, zoals op het Noordse Veld bij Zeijen, bij de Galgenberg op de markegrens tussen Sleen en Zweeloo, in het Tumulibos bij Balloo, bij het Zwanemeer ten noorden van Gieten, op het Noormansveld bij Dwingeloo en bij Holtinge. Of de door een rechthoekige of vierkante greppel omgeven heuvels zoals die o.a. in Ruinen en Oosterhesselen (Hunnenkerkhof) zijn gevonden ook tot de brandheuvels gerekend moeten worden, is onderwerp van discussie. Sommigen pleiten ervoor deze structuren bij de urnenveldentraditie te rekenen; de op het oude maaiveld gedeponeerde crematieresten en bijgaven zouden dan als gevolg van latere bodembewerking verdwenen zijn.