(Nieuw-Buinen 1898 - Groningen 1968) Landbouwer en schrijver van romans over het leven in het veengebied van Oost-Drenthe en omgeving, waarin hij op realistische wijze misstanden in het veen aan de kaak wilde stellen.
Hij schreef feuilletons voor kranten als De Noord-Ooster, Landbouw en Maatschappij en het Agrarisch Nieuwsblad, die alle nauw verbonden waren met de landbouw. Hij schreef onder de pseudoniemen HATé en Jan van Esch. Voor Landbouw en Maatschappij schreef Holm ook artikelen, boekbesprekingen en bijdragen voor rubrieken. Zijn artikelen voor deze krant en het Agrarisch Nieuwsblad strookten geheel met wat deze bladen uitdroegen: sympathie voor het nationaal-socialisme. Voor de tweede Nationale Landdag van Landbouw en Maatschappij - Rolde 14 juli 1936 - schreef hij het openluchtspel Moeder Aarde. Voorts schreef hij nog toneelstukken. Holm was actief lid van Landbouw en Maatschappij en van de NSB (sinds 1933). Hij was onder meer medewerker van de genazificeerde omroep.
In 1942 verscheen bij uitgeverij Roskam in Amsterdam zijn roman Te ver gegrepen, die voor de oorlog als feuilleton was verschenen. Holm leverde bijdragen aan de weekbladen Nationaal Socialistische Landpost en Volk en Vaderland. Ook schreef hij voor Het Nationale Dagblad en voor enkele Duitse bladen. Daarnaast publiceerde hij in de maandbladen Het Noorder Land en Volk en Bodem, in dit laatste ook recensies. Na de oorlog stond Holm voor het Bijzonder Gerechtshof in Assen terecht, maar werd hij uiteindelijk voorwaardelijk buiten vervolging gesteld (na een internering van bijna twee jaar). De Ereraad voor de Letterkunde legde hem een publicatieverbod tot 1 november 1948 op. Vrij kort na deze datum begon hij weer volop te publiceren. Zijn oorlogsverleden werd hem kennelijk niet nagedragen, want zijn verhalen en feuilletons bleven aftrek vinden bij een breed publiek. [Nijkeuter]