(Pieterburen 1797 - Meppel 1871) Medicus.
Studeerde geneeskunde in Groningen. Promoveerde in 1822 op de dissertatie Over Watervrees. Vestigde zich in Meppel en ging meerdere functies op medisch gebied bekleden. Hij werd voorzitter van de Plaatselijke Geneeskundige Commissie (1838-1865), lid (1848) en president van de Drentse Provinciale Geneeskundige Commissie (1853-1865) en nadien lid van de Geneeskundige Raad van Overijssel en Drenthe (1865-1871). Hij was ook voorzitter van de plaatselijke Commissie belast met het toezigt op de kerkelijke besnijdenis (1861).Grote interesse voor het onderwijs bleek uit zijn langdurig schoolopzienerschap van het vierde district in Drenthe (1830-1871).