(Meppel 1897 - Meppel 1961) Schilder, tekenaar, restaurator.
Aanvankelijk winkelier; vanaf 1925 vrij kunstenaar. Grotendeels autodidact; volgde in Amsterdam korte tijd lessen bij J.H. Jurres (ca. 1915) en werd beïnvloed door A. Idserda. In 1927 werd Keizer lid van Sint Lucas en in 1929 van Arti et Amicitiae, beide te Amsterdam, waar hij regelmatig exposeerde.
Hij werkte het grootste deel van zijn leven in Meppel; tussen 1942 en 1947 woonde hij in Gildehaus bij Bentheim. Eind jaren '20 verbleef hij in de zomers in Giethoorn, samen met Piet Zwiers. Hij werkte ook vaak samen met Albert Torie. Keizer maakte geregeld buitenlandse reizen, ondermeer naar Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Italië en Duitsland. Hij schilderde en tekende vooral landschappen en exposeerde op diverse tentoonstellingen van de Drentse Schilders. In 1954 was hij medeoprichter van het Drents Schildersgenootschap, waarvan hij tot zijn dood lid bleef.