(Amsterdam 1897 - Odoorn 1969) Predikant, verzamelaar van archeologica en publicist.
Geboren in Amsterdam uit ouders, beiden afkomstig uit Zuidwolde. Studeerde in Leiden en werd in 1922 predikant in Peperga-Blesdijke, in 1926 te Hoorn. Van 1935 tot 1962 verbonden aan de Nederlandse Hervormde Kerk te Odoorn.
Als een van de eersten zag Van Lunzen het gevaar van het opkomende nationaal-socialisme. Aan het eind van de jaren '30 waarschuwde hij in de Meppeler Courant onder het pseudoniem Fridre de Drentse boeren voor de nazistische propaganda in het Agrarisch Nieuwsblad van de Nationale Bond Landbouw en Maatschappij. In 1939 richtte hij een oproep tot de Amerikaanse christenen om zich uit te spreken tegen Hitler en hun invloed aan te wenden bij hun regering. In 1942 zat hij vier maanden als gijzelaar gevangen in het kamp Beekvliet in Sint Michielsgestel. Onmiddellijk na de bevrijding in mei 1945 verzette hij zich hartstochtelijk, o.a. door een persoonlijk beroep op minister Schermerhorn, tegen de misstanden in het Kamp Westerbork, waar voormalige NSB'ers waren gedetineerd.
Hij was een van de eersten die voor de oorlog al preekte in het Drents. Als voorzitter van het comité 'Ien Nedersaksen' stimuleerde hij de oprichting van een monument, een grafpaoltien zei hij, ter herdenking van de gevallenen in de Slag bij Ane in 1227.
Van Lunzen stond bekend om zijn eigenzinnige optreden en vrijzinnigheid in de leer. Hij was een groot bewonderaar van Albert Schweitzer, met wie hij ook persoonlijk kennis maakte. Van Lunzen verzette zich fel tegen wat hij zag als de overheersingsdrang van de orthodoxie binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. In de nieuwe Kerkorde van 1951 meende hij dat geen recht werd gedaan aan de vrijzinnige modaliteit. Samen met ds. J.P. van Mullem in Gieten richtte hij het blad Zwingli op als spreekbuis voor de open vrijzinnigheid. Tot aan zijn dood verzorgde hij vrijwel alleen de totale redactie. In 1948 was hij medeoprichter van de Zwinglibond en jarenlang de leidende figuur. In 1936 riep hij het Kerkkrantje voor de Ned. Herv. Gemeente Odoorn-Valthermond in het leven, dat hij vervolgens zelf jarenlang vulde met nieuws uit de kerkelijke gemeente maar ook met artikelen over uiteenlopende wereldse onderwerpen zoals oude verhalen en familiegeschiedenissen.
Van Lunzen bezat een collectie archeologica, grotendeels bestaande uit falsificaties aangekocht van de vervalser Pieter Drenth. Op 30 oktober 1969 verongelukte hij in het verkeer, tijdens het ophalen van handtekeningen voor een actie tegen het onrecht dat de Papoea's werd aangedaan.