(Assen 1833 - Meppel 1921) Bestuurder.
Studeerde rechten te Groningen. Promoveerde daar in 1856 op stellingen. Vestigde zich daarna als advocaat te Meppel, in 1874 benoemd tot kantonrechter, een functie die hij tot 1910 vervulde. Nysingh was van 1869-1874 lid van de gemeenteraad van Meppel en van 1869-1910 liberaal lid van de Provinciale Staten van Drenthe namens het district Hoogeveen. Van 1890-1904 had hij namens Drenthe zitting in de Eerste Kamer; hij voerde er nimmer het woord. Schoonzoon van W.J. Tonckens.