Gesloten, betimmerde of gemetselde, overdekte klokkenstoel.
Volgens een tekening uit omstreeks 1845 van Johannes van Ravenswaay stond er tegen de westgevel van de kerk van Roswinkel een klokkenhuis dat net niet tot de nok van het schipdak reikte. Zowel het dak van het klokkenhuis als dat van de kerk waren met pannen gedekt. Hierin zal de luidklok uit 1362, die zich thans nog in de uit 1853 stammende toren bevindt, hebben gehangen.