(Roermond 1851 - Assen 1932) Lid van het Vreemdelingenlegioen, wetenschapper, tekenleraar, schilder, dirigent.
Na een opleiding aan de Kunstacademie van Parijs en de Technische Hogeschool te Delft, werd hij tekenleraar te Sappemeer en in 1889 te Assen aan de Rijks HBS. In Assen woonde hij op Huize Valkenstijn, een verwaarloosde buitenplaats.
De excentrieke Krans, gekleed in kuitbroek, schoenen met hoge hakken, zilveren gespen en een enorme flambard, altijd in voor een goede knokpartij, was een goed portretschilder en een uitstekend tekenleraar. Zijn grote verdienste was zijn stimulerende invloed op jonge kunstenaars als Louis Roessingh en Reinhart Dozy. Zijn zoon Louis Krans is onder zijn leermeesterschap een bekend landschap- en portretschilder geworden. Ook zijn innovatieve werk op het gebied van de chemie en farmacie is van belang. Hij was dirigent van het Asser orkest 'Smank'.