Havezate te Zuidlaren. Voor het eerst vermeld in 1642. Het werd toen bewoond door de familie Van Selbach. Mogelijk dateert het huis van eerdere datum.

In 1750 werd het goed gekocht door drost Alexander Carel van Heiden, die de gerechtigheid van de havezate Vledderinge bij Meppel op Laarwoud liet verleggen. Daardoor kon hij in 1753 in de Ridderschap worden verheven. Het pand liet hij verbouwen en verfraaien; het huis werd ook omgracht. Het bestaat uit een middengedeelte (17e eeuw) met verdieping en schilddak en twee lagere naar voren springende zijvleugels met elk een aan drie zijden oplopend schilddak (tweede helft van de 18e eeuw). Het houten fronton dateert uit de 19e eeuw. In 1915 verkocht de familie Van Heiden het omgrachte geheel met koetshuis aan het voorplein aan de gemeente Zuidlaren, die het gebruikte als burgemeesterswoning.

In de jaren '50 van de 20e eeuw vond een grondige restauratie plaats. Het 18e-eeuwse karakter bleef echter bewaard. Uit de 17e eeuw resteert een plafondschildering, uit de 18e eeuw een schoorsteenstuk, een meisjesportret en een bankje. Het koetshuis werd geheel verbouwd. Dit pand en het hoofdgebouw functioneerden in de periode 1958-1997 als gemeentehuis, daarna als tijdelijk gemeentehuis - samen met die te Vries en Eelde (later Gruno-gebouw te Tynaarlo) - van de nieuwe gemeente Zuidlaren (vanaf 1 december 1999 Tynaarlo). Sinds 2004 wordt het huis particulier bewoond. Laarwoud blijft wel een functie behouden als trouwlocatie (één vleugel en tuin).