De ruilverkavelingswet van 1921 maakte het mogelijk delen van het platteland te herinrichten om een betere en efficiëntere landbouw mogelijk te maken. In 1938 kwam een herziene ruilverkavelingswet die duidelijk gericht was op de belangen van de landbouw. In 1954 kwam een nieuwe wet die naast de landbouwbelangen ook die van natuur en landschap op het oog had. Onder deze wet zijn de grootschalige ruilverkavelingen zoals die van Anloo, Vledder, Havelte en Nijeveen tot stand gekomen. Ze waren gericht op het verbeteren van de externe productie en werden gekenmerkt door onder meer rechte kavels.
De nieuwe Landinrichtingswet van 1985 had een andere invals-hoek en vertegenwoordigde een veranderde zienswijze t.a.v. de landschapsinrichting. Instrumenten werden aangereikt voor de inrichting van landelijke gebieden waarbij landschapswaarden, cultuurhistorische gegevenheden en landschapsherstel een belangrijke rol vervulden. De herinrichting van de gebieden Hunze en Vledder-Wapserveense A zijn onder deze wet uitgevoerd en rond 1983 afgesloten. Thans zou men met de nieuwe ideeën over de waterhuishouding deze projecten anders uitvoeren.
Anno 2000 is de trend naar landschapsherstel en herinrichting. De herinrichting van het project Roden-Norg is een voorbeeld van deze nieuwe denkwijze en aanpak. De gedachtevorming over Roden-Norg begon in de jaren 1990 en in 1998 werd met de uitvoering begonnen.
Verschil tussen herverkaveling en herinrichting ligt mede in de besluitvorming. Bij ruilverkavelingen beslissen de eigenaren, bij herinrichting Provinciale Staten. De functies landbouw en natuur worden momenteel nog ruimtelijk gescheiden, hoewel er stemmen opgaan om ze integraal te benaderen. De herinrichting Zuidwolde-Koekange heeft als bijzondere doelstelling het behoud van natuur en natuurhistorie. Ze werd als ruilverkaveling in 1982 nog door de eigenaren afgestemd. Thans wordt de herinrichting in kleinere gebieden voltrokken. Hierbij hebben landbouwers een belangrijk aandeel gehad in de ontwik-keling van de natuurgebieden.
Anno 2003 lopen er twaalf projecten. De herinrichting Schoonebeek is een bijzondere in verband met de vele NAM-lokaties aldaar. Daar de aardoliewinning is gestopt, zijn er vele kleine terreintjes die geen functie meer hebben en een andere bestemming moeten krijgen. Ze is in 2001 in uitvoering genomen.
In de 20e eeuw is ca. 70% van Drenthe belegd met landinrichting. Daarbij speelde de overheid een belangrijke rol. Zo kocht en koopt de provincie grond in het betreffende gebied om dat te kunnen ruilen om aaneengesloten gebieden mogelijk te maken, zowel voor landbouw als natuur. Het probleem in 2003 is evenwel geldgebrek. Door aangekondigde bezuinigingen van de regering wordt de aankoop van agrarische grond teruggedraaid. Daarnaast is de behoefte aan verkaveling toegenomen. Een ander instru-ment is dat meer toegepast kan worden, is dat van de (vrijwillige) kavelruil. [Timmer]