Streepduin ten noorden van Odoorn.
Samen met de Sakkerswal en de Rosselwal in het landschap goed herkenbaar, langgerekt, relatief hoog boven de omgeving uitstekend. Waarschijnlijk zijn de wallen in het Weichselien verwaaid onder periglaciale omstandigheden. Ze bestaan uit jong, leemarm dekzand. Soms is in de ondergrond de Allerødlaag als bodemhorizont uit een mildere periode te herkennen. Bij ligging in levend stuifzand is de grond met kleine grindsteentjes bezaaid. De felle wind bij de afzetting is ook af te lezen uit de kriskras-gelaagdheid van het zand. Gedeeltelijk is het verstoven zand in het begin van het Holoceen nog door natuurlijke oorzaken verplaatst. Een andere verklaring is dat de wallen mogelijk gedeformeerde resten zijn van de walletjes rondom de Celtic fields.