Boscomplexen (175 ha) van verschillende ouderdom, behorende tot het landgoed Mensinge, waarvan de vroegere eigenaren de gelijknamige havezate bewoonden.
Het landgoed inclusief graslanden (113 ha), het heideterrein Moltmakersstuk (7 ha), maar met uitzondering van de havezate en bijgebouwen, zijn nu eigendom van Staatsbosbeheer. Vanaf de havezate strekken de bossen zich naar het oosten en zuidoosten uit tot aan het Lieverense Diep. Het gebied heeft een belangrijke recreatieve functie voor de bewoners van Roden. De bossen werden aangelegd op heide in min of meer blokvormige percelen, die uitwaaierden tegen de groenlanden langs het Lieverense- en Peizerdiep.
De oudste bossen liggen direct ten zuiden en oosten van de havezate en dateren van rond 1790, maar deze gronden waren al in de Middeleeuwen met bos begroeid. De zuidwestelijke bosgedeelten (Alteveersebos) dateren uit de periode 1910 en 1920. Bij deze bebossing van de heide werd het heidegebied Moltmakersstuk gespaard. Dit vochtige heideterrein is botanisch van belang (o.a. Klokjesgentiaan, Wolfsklauw, Beenbreek).
Karakteristiek voor Mensinge is het patroon van eikenlanen, waarmee de bospercelen zijn omzoomd. In het westelijk bosgedeelte komen 110 jaar oude Grove dennen voor, met ondergroei van Zomereik; elders complexen Fijnspar en bossen van Beuk. In het Sterrenbos staan majestueuze eiken en beuken uit de periode 1840-1860.
In de ondergrond van Mensinge komen diverse klei- en leemlagen voor; het hele bosgebied ligt 4-6 m hoger dan de gronden in het smalle dal van het Lieverense Diep. Daardoor ontvangen die gronden kwelwater uit het bosgebied, maar ook van veel verder weg tot uit het Steenbergerveld. Deze kwel deed in de graslanden van de Hazematen blauwgraslandvegetaties ontstaan.