(Middelburg 1791 - Assen 1873) Onderwijzer, docent, rector, schoolopziener, provinciaal onderwijsinspecteur, schoolboekenschrijver, publicist, initiator van maatschappelijke ontwikkelingen.
De autodidact Nassau, van eenvoudige komaf, werd een van Drenthe's grootste onderwijsmannen. Na zijn onderwijzersloopbaan in Den Haag en Hoogezand (1812-1820) werd hij leraar moderne talen in Assen aan de Franse jongensschool. Daar werd hij in 1825 rector na een fusie met de Latijnse school. Nassau - in 1829 cum laude gepromoveerd aan de letteren-faculteit in Groningen - vervulde zijn rectoraat tot 1851, daarbij vooral aandacht schenkend aan de klassieke afdeling.
Van 1845-1858 was hij schoolopziener en tot 1873 inspecteur bij het lager onderwijs in Drenthe. Hij schreef veel over opvoeding en onderwijs, over geschiedenis en actuele zaken, o.a. in de Drentsche Volksalmanak. Zijn maatschappelijke betrokkenheid blijkt uit zijn bemoeienissen bij de oprichting van de Asser Nutsafdeling (1826), een Spaarbank (1837), het Nijverheidsdepartement (1837) en de Volksbibliotheek (1849). De ijver en vasthoudendheid van deze veelzijdige onderwijsman bezorgde Drenthe jarenlang een gunstige positie bij het lager onderwijs. Assen eerde hem door een straat en een scholengemeenschap naar hem te noemen.