Langgerekte veenputten ontstaan door natte vervening, het vergraven van het laagveen, in Drenthe voornamelijk in de 19e eeuw.
Het uitgebaggerde veen werd te drogen gelegd op legakkers, smalle stroken land tussen de petgaten. De gegraven gaten werden aan hun lot overgelaten en groeiden dicht met waterplanten waardoor opnieuw veenvorming plaats vond.
De petgaten vormen botanisch interessante gebieden. Ze zijn nog te vinden in de Eelder- en Peizermaden, het Friese Veen bij Paterswolde, aan de oostzijde van het Fochteloërveen (Norger Petgaten), en aan de Wold Aa tussen Wapserveen en Vledder waar de veenvormende cyclus door Staatsbosbeheer op nieuw in gang wordt gezet.