Beschilderd houten bord, opgehangen in een kerk ter nagedachtenis van een overledene, veelal lid van een vooraanstaand geslacht.
Na het overlijden van bijv. de heer van de havezate of van een van de leden van zijn gezin bestelden de nabestaanden een rouwbord dat boven de toegang tot de havezate werd gehangen. Na de rouwperiode verhuisde het bord naar de kerk. In de 18e eeuw werd het gebruikelijk een tweede bord in fraaiere uitvoering in de kerk te hangen. Tegen een dofzwarte achtergrond zijn de naam van de overledene, zijn of haar titels, de bereikte leeftijd en de datum van het overlijden te lezen. Het eigen wapen en later ook de wapens van de voorouderlijke geslachten zijn obligaat; doodssymbolen kunnen het bord completeren. De beschildering wordt in de loop der ontwikkeling van het rouwbord met een omlijsting en met beeldhouwwerk aangevuld.
Tijdens de Bataafse republiek zijn de rouwborden uit de kerken verwijderd. Vele zijn verloren gegaan, sommige zijn door de families in veiligheid gebracht. Anders dan in Groningen, waar ruim zestig rouwborden bewaard zijn gebleven, resteren er in Drenthe buitengewoon weinig. In de kerk van Gieten hangt het rouwbord uit 1742 voor Nicolaas Harm van Echten, baron van Dongen, o.a. drost van Drenthe. Een rouwbord uit 1757 voor Johan baron van Echten tot Echten, dat van 1795 tot 1975 in het Huis te Echten was bewaard, werd in laatstgenoemd jaar door de familie Van Holthe tot Echten aan de kerk van Hoogeveen teruggegeven. Op soortgelijke wijze keerde een bord voor Martina van Heuckelom, echtgenote van Hero Caspar van In- en Kniphuisen, dat zich sinds de Bataafse tijd op de havezate De Klencke te Oosterhesselen bevond, in de kerk aldaar terug.